Hendricus Johannes Boeken aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 9 februari 1916 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd Huis van Bewaring, Amsterdam]
9 Febr. 1916.
Beste Wim, Wel bedankt voor je brief, dien ik tegelijk met een heelen stapel kreeg. Alle brieven aan en van de gevangenen moeten gelezen worden dus je begrijpt dat de correspondentie langzaam gaat. De eenzaamheid, die mij de eerste dagen, groote rust gaf, begint mij lang te vallen, maar toch heb ik moed en geduld die ook langer te dragen. Het groote leed voor mij is geleden, de schoone herinnering aan Dien's toewijding en liefde blijft voor mij over en de gedachte dat zij rust heeft geeft ook mij rust.
[1:2]
Maar toch snak ik naar de vrijheid, ik ben geen gebroken man; ook al moet ik langer van de wereld afgezonderd blijven, zal ik alles doen om me in contact te stellen met de vrije wereld daarbuiten. Ik hoor hier voortdurend het gegons van de stad, dat lokt mij voortdurend, maar de eenige manier om daarmede in aanraking te blijven zijn boeken en brieven (Couranten zijn hier verboden) en de boeken groot gedrukt.
Ja, ik had graag wat van je uit Amerika gehoord, maar ik begrijp dat jij daar altijd veel omhanden hadt. Van Willem heb ik nog niets gehoord hier, ik denk dat hij het te ‘naar’ vindt, maar wezenlijk - jullie behoeft geen medelijden te hebben met mij op jullie sympathie ben ik wel zeer gesteld.
[1:3]
Willem Royaards zond mij ‘Lettres à l'Etrangère’ van de Balzac; daarvan genoot ik al heel veel; maar de druk is mij helaas wat klein en voor doorloopende lectuur is het boek wat eentoonig.
Heb je in Amerika nog wat gemerkt van de literatuur of bestaat die niet?
De eerste dagen had ik hier een zalige rust - maar nu wilde ik wel alles naar mij toehalen om nieuwe indrukken te krijgen. Maar - geduld.
Wees met Marie hartelijk gegroet van
je
Hein
De ‘Mercure’ krijg ik hier geregeld.
den Heere
W.Witsen
Afz.: Dr. H.J. Boeken