Willem Witsen aan Gerrit Jan Hofker
Plaats: San Francisco |
Datum: 4 april 1915 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
San Francisco. Cal.
4 April 1915.
Beste Jan,
Je ziet, als deze je ten minste bereikt dat 'k wel aan je denk en mijn best doe dat je iets van me zal hooren op den 29en. Of 't lukken zal weet 'k niet, je kunt 'm wel 8 dagen te vroeg krijgen maar daar kan 'k niets aan doen en in ieder geval zal je dan de bedoeling wel voor lief willen nemen. Mijn eersten brief, van 1 Mrt. heb je zeker allang maar 'k kan daar voor half april geen antwoord op hebben. Dat is wel iets heel ongewoons dat 'n gedachten wisseling zoo lang duurt en men moet, zooals ik 'n verstokte brieven maniac zijn om 't vol te houden. Ik heb zóó veel brieven geschreven aan verschillende menschen dat 'k absoluut niet meer weet wat 'k aan dezen en wat 'k aan genen heb geschreven. Best mogelijk dat 'k in herhalingen verval, vooral als je,
[1:2]
zooals 'k hoop ook inzage hebt gekregen van brieven aan anderen. Want jij als eén van mijn oudste en beste vrienden, en een die mij zeker 't beste kent, zal je ongetwijfeld wel interesseeren voor ons wedervaren hier in dat in vele opzichten prachtige - en in andere 't meest afschuwelijke land. En dat 'k veel met M. thuis zit en brieven pen naar ‘huis’, is zeker wel 't beste bewijs dat 'k moeite heb en afkeer om mij ‘in te leven’. Bovendien ben 'k doof, eenigzins contemplatief (op míjn manier) en verlegen, drie dingen om van andere niet te spreken, die de Amerikanen verfoeien, wat mij 't gevoel geeft van 'n ouwe grijze kat in 'n vreemd pakhuis! Als 'k den weg open zie zal 'k spinnende en met m'n staart in de hoogte weg wandelen! Maar daar is vooreerst nog geen sprake van en intusschen vermager 'k, vang geen muizen meer, en wasch me ter dege met m'n poot over m'n neus tot achter m'n ooren, met eindeloos geduld! zooals 't 'n goeden ouwen kater betaamt!
[1:3]
Laat vooral dezen brief niet aan je jongens lezen: dan lachen ze me uit zooals gewoonlijk en zegt Jan ‘gekke Wim’ en dan verlies 'k voor goed al 't prestige dat 'k nooit gehad heb.
Einde Mei, na afloop van de Jury, gaan we 't Noorden in en door Canada terug naar New York. Dat zal 'n feest zijn om hier alles den rug toe te draaien, en meer naar mijn gading dan al de schitterende officieele feesten hier, waar 'k altijd 'n mal figuur sla.
Reizen is zóó prettig, juist omdat je met niemand te maken hebt en zorgeloos de vreemde en zooveel belangwekkende dingen aan je voorbij laat gaan. Ik heb wel bemerkt dat 'k absoluut ongeschikt ben om 'n officieelen rol te vervullen. Ik mis de brutaliteit, de zelfbewustheid en de ridder orden van 'n Martens of Gorter (o, 'k erken ten volle hun superioriteit) en laat mij op zij dringen en achteraf zetten (heel graag!) en als 'k dan tevreden en onopgemerkt in 'n hoekje sta, ben 'k heelemaal vergeten dat 'k eigenlijk vertegenwoordig
[1:4]
de vier grootste kunstvereenigingen van Nederland of korter gezegd: de Nederlandsche kunst. Bij nadere overweging komt de schaamte en 't verdriet. Dan voel 'k me vernederd en denk met weêmoed aan m'n werk en rustige atelier. Maar dan volgt de reactie en doe 'k de dingen die 'k te doen heb zoo goed als ieder ander, wie ook. Zoo heeft 't jog de Vries, zooals Baukema hem noemt (de jongen is uit Arnhem) mij erg gehinderd door z'n onhebbelijke optreden - eerst op reis al, eigenzinnig of hij 't alleen wist (en altijd verkeerd) en later hier op de tentoonstelling. Dat jog heeft Amerikaansche begrippen, drong zich overal op den voorgrond, misbuik makende van mijn goedigheid en doofheid, totdat hij achter mijn rug, zich in den catalogus heeft laten zetten als assistent commissioner, terwijl hij door ons comité alleen benoemd is om de schilderijen te verkoopen. Ik heb hem toen op z'n plaats gezet en hem dien mooien
[2:5]
titel ontnomen. In de officieele catalogus - de andere was gelukkig 'n tijdelijke, maar dat wist 'k toen nog niet - komt hij als sale's manager. Maar nu is hij humeurig en heeft altijd 't gezicht van 'n kwade spin, we hebben al 'n paar keer ruzie gehad en gisteren heb 'k hem nog 'n briefje geschreven dat 'k hem zal ontslaan als hij niet beter z'n plicht doet, hij vergalt me m'n leven, 't is 'n zeldzaam antipathiek exemplaar. Het heeft eén goede kant, nl. dat 'k hem in mijn privé leven niet meer zie. Onze afdeeling is sedert half Maart klaar en nu wacht 'k op de Jury die den 3en Mei bij eén komt.
Heb 'k je al geschreven over de heele Tentoonstelling? Heb 'k je verteld van de 11 Paleizen die de eigenlijke kern vormen, verbonden door lange en hooge colonaden die weer de ‘courts’ vormen? the court of the Universe, the court of the four seasons, en the court of abundance. Deze laatste versierd
[2:6]
door enorme en buiten gewoon belangwekkende muurschilderingen van Brangwijn? De constructie van die Paleizen, waarvan 't Palace of fine arts 't mooiste is, heeft $ 5.000.000 gekost. Dan zijn er nog: the Press building, dat van de Y.W.C.A (christelijke jongejuffrouwen) 'n Bank en 'n Post & Tel. office. Achter de fine arts zijn de 28 paviljoenen van vreemde landen en de 32 buildings van de verschillende staten van Noord & Zuid Amerika, de eilanden, etc. En dan heb je nog de ‘Zone’ de eigenlijke kermis, waarvan de hoofdstraat 'n lengte heeft van meer dan 1000 meter, en waar je behalve de lach gelegenheden en montagne russe, o.a hebt: 't Panama canal in 't klein, den grand canyon van Arizona, 'n Indianen kamp en dat van 'n ranch in de Wild West, Japan beautiful, 'n Oriental village, Alt Nürnberg, etc., etc. De constructie van de ‘Zone’ heeft $ 12.000.000 gekost. Hier wordt iets pas interessant als je 't
[2:7]
aantal dollars kunt noemen die er aan gespendeerd zijn. Als iemand 'n huis laat bouwen, zooals de rijke menschen hier, spreekt men van 'n $ 100.000 building. Een schilderij wordt niet mooi genoemd, maar men spreekt van 'n 20.000 dollar picture. Wie 't gemaakt heeft komt er niets op aan. Zoo werd er gesproken van 'n ‘million of dollar rain’ toen 't zoo hard regende verleden week. Alles wordt omgezet in geld en alles wordt er naar beoordeeld. Van morgen stond er 'n groote foto reproductie in de courant - de couranten staan hier elken dag vol portretten - van drie grijnslachende figuren, waarvan de middelste 'n papier in z'n hand had waarop stond:
[centreren]* $ 800.000.
Die middelste was de erfgenaam van 'n verre bloedverwant, 't linker figuur z'n moeder en 't rechter de advocaat die 't hem in handen had gespeeld en die recht kreeg op [xxx /3]. Stel je voor dat je je zóó laat fotografeeren en in de courant komt! Heeft Marshall, de vice president die hier geweest is om de
[2:8]
tentoonstelling officieel te openen, geen gelijk toen hij in 'n speech die hem trouwens is kwalijk genomen - zei dat de Amerikanen ‘flunkies’ zijn? ‘Flunkies’ beteekent lakkeien. Hij heeft M.'s hart gestolen door ze eens goed de waarheid te zeggen. Hij heeft 'n heeleboel aardige dingen gezegd maar 'k heb geen tijd meer want we kregen zoo even telefonisch bericht dat we bezoek krijgen van avond van Mr. & Mrs. Schultzberg, den Zweedschen commissioner. Waarschijnlijk ga 'k haar portret schilderen. Nu beste Jan, 'k hoop dat je 'n prettige verjaardag zal hebben in de gegeven omstandigheden. Ik zal die dag speciaal aan je denken, met 8½ uur verschil. Schrijf maar gauw eens, 'k ben erg benieuwd van je te hooren, over je jongens en je werk en alles.
Veel hartelijke groeten ook aan Marie en de bengels, van ons beiden en 'n hand van
je ouwen vriend
Wim.