Richard Nicolaüs Roland Holst aan Willem Witsen
Plaats: Laren |
Datum: 31 juli 1914 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Laren (Gooi)
31 July 1914
Waarde Witsen,
Doe mij het genoegen en lees bijgaande publicatie van Dake eens.
De ‘kwartjes vinder’ (is er sterker bewijs noodig dat hij dit inderdaad is) violeert de beslotenheid van het college van stemgerechtigde leden van Arti, ter wille van zijn persoonlijke rancune.
Wat de stemgerechtigde leden van Arti alleen bekend kan zijn, mijn brief van 13 Juni, het bestaan daarvan, bovendien valsch geïnterpreteerd en geciteerd publiceert hij in zijn krant, en maakt aldus als publicist misbruik van wat hij als stemgerechtigd lid van Arti alleen kan weten.
[1:2]
Zal en kan het Bestuur van Arti zooiets dulden, het raakt toch de schending van het hoofdbeginsel van iedere organisatie.
Zwijgt het Bestuur van Arti hierop, dan handelt het Bestuur na het gebeurde, zeker absoluut illoyaal tegenover mij.
Je wilt dit schrijven wel als persoonlijk beschouwen. 't Is alleen om raad te vragen.
Zal het Bestuur hiertegen zelf handelen, dan zwijg ik, maar denk je dat 't Bestuur zich deze schending maar zal laten aan leunen, waarschuw mij dan even, want dan zal ik verplicht zijn zelf de zaak aan te pakken.
't Is geen vrolijk werk maar ieder mensch heeft tot plicht zijn stoep schoon te houden.
Geloof mij met besten groet
vriendschappelijk de uwe
RN. Roland Holst
P.S. Gisteren sprak ik Jacobus Batavier, die mij vertelde dat je wat ongesteld waart, van harte 't beste.