Willem Witsen aan J.H.E. Arntzenius-Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 23 april 1910 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
Amsterdam 23 April 1910.
Nog altijd heb ik je niet geantwoord lieve Cobi op je brief en je vriendelijk voorstel Ewijkshoeve betreffende. Dat komt om dat wij nog niet tot een besluit hebben kunnen komen. Het zou voor Marietje zoowel als voor mij buitengewoon goed zijn en je weet niet hoe wij beiden er naar kunnen verlangen. Maar er zijn groote bezwaren en wel in de eerste plaats dient dan genoemd dat de meid niet meê wil zoodat M. zou moeten uitkijken naar een noodhulp. Een ander bezwaar is mijn werk dat niet in een stadium is om 't te laten rusten. Ik heb nog 4 schilderijen af te maken van den winter en 'k vrees dat de lente op Ewijks-
[1:2]
hoeve mij over 't hoofd zou groeien. 't Is hier ook al erg genoeg, als buiten de zon schijnt en 't groen loopt uit maar als je hoofd vól is van impressies van buiten wordt 't bijna onmogelijk, voor mij. Nu kan 'k dat werk wel laten staan, (dikwijls genoeg moet 'k dat wel doen, vandaar dat 't zoolang duurt bij mij) maar dan heb 'k geen geld om van te leven. 't Zou mij vreeslijk meê vallen als 'k op Ewijkshoeve werken kon; 'k denk 't niet, ten minste niet waaraan 'k praktisch iets heb. En dan is er nog een groot bezwaar dat alleen mij geldt: àl de herinneringen. Wat dat eene woord zeggen wil in al z'n beteekenis, 'k geloof dat weinig menschen dat weten. Als ik er mij in verdiep is 't nooit
[1:3]
zonder dichtgeknepen keel. Nu weet 'k wel dat 't heel iets anders is om er weer te zijn omdat er tegen over staat 'n nieuwe werkelijkheid, maar dat is juist dikwijls zoo naar! Enfin, ik weet hoe graag M. 't wil, hoe goed 't zou zijn voor haar om eens rustig buiten te zijn. Als 't haar niet tegenvalt (dat hangt ook veel van 't weer af) zal ik 't ook heerlijk vinden. Wij zijn dus bereid over alle bezwaren heen te stappen of 't hoofd te bieden; alleen willen we niet in den weg staan als je 't kunt verhuren. Vooral ook omdat 't toch altijd maar voor heel kort zijn zou, 14 dagen of uiterlijk 3 weken.
Dus alleen als je geen aanbiedingen op je adverten-
[1:4]
tie krijgt zouden wij er graag heen trekken van b.v. na 20 Mei (als we den 18en niet verongelukken) tot omstreeks half Juni. Maar je mag er niets voor laten lieve Cobi; begin maar met de advertentie. Ik zal dan al mijn best doen om in 'n maand mijn werk gedaan te krijgen. 't Schilderij op Arti heeft succes, 't wordt goed gevonden, is mooi gehangen en werd bekroond. Prettig voor Kraane. De portretten zijn af, de geteekende.
Marietje ligt weer te bed van daag en morgen; ze laat je wel bedanken voor de kaart en al de vriendelijkheid en verlangt erg naar Ew. en mooi weer. Wij kunnen binnen kort wel eens over komen, in de eerste week van Mei b.v. Wat zou 't prettig zijn om samen op Ew. te zijn; met Cobaatje vooral, kunnen jullie dat niet doen?
Wensch de meisjes 't beste in Brabant 'k ken 't goed - heb er gewerkt.
[1:2]*
Veel hartelijke groeten aan allen ook van M.
je
W.