Willem Witsen aan Willem Johannes Theodorus Kloos
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 18 januari 1909 |
Verblijfplaats: KB 69 F 22 |
[1:1]
v.h. 18 Jan. 1909
Beste Willem,
Ik kan er best inkomen dat je, na alles wat hij over je te zeggen heeft, Gorter liever uit die commissie zag gaan. Intusschen geloof ik stellig dat hij, al ziet hij de zaken heel anders in als jij, je toch genegen is. Ik voor mij, die nòch literator, noch socialist ben, kan niet oordeelen over zijn beweringen in de Nieuwe Tijd maar ik behoef je niet te zeggen dat mijn sympathie geheel aan jouw kant is. Ik kan 't heel moeielijk
[1:2]
begrijpen hoe hij 't een rijmt met 't ander, maar 'k geloof zeker dat hij niet van plan is te bedanken als lid van de commissie en 'k vind 't ook heel moeielijk om hem daartoe uittenoodigen nadat hij tien of twaalf exempl. van je boek heeft geplaatst. In ieder geval: toen hij in die commissie kwam had hij allang over je geschreven in de N.T. Het feit dat hij, nu hij ook blijk heeft gegeven je als oude vriend of als mensch te waardeeren, doet veronderstellen dat hij 't je absoluut niet kwalijk zal nemen als je daarop antwoordt. Ik zie hem nooit; blijf je bij je verlangen om hem te laten bedanken, schrijf er dan eens over aan Hein, die ziet hem meer dan ik en is beter vriend van hem. Ik kom gauw eens aan.
Veel hart. gr.
je
Wim