Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 7 augustus 1908 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
7 Aug. 1908
Beste Wim,
Hierbij zend ik je mijn ingezonden stukje met het antwoord van de redactie daaronder, een vreeslijk-dunne soep, tweemaal zoo lang als het mijne.
Ik noemde Karsen hoogmoedig-slordig, omdat hij het veel beter vermag te doen, dan hij hier heeft gedaan. Hij mag dan geen eigenlijk gezegd literator zijn, maar als hij wil, heeft hij zijn woord zeer goed te zijner beschikking. Dat heeft hij vaak getoond, maar hier doet hij of hij bóven de kunst van schrijven staat. Daarom noemde ik Karsen hoogmoedig, en dat is
[1:2]
hier zoowel in zijn eigen nadeel als in het mijne geweest. Zijn stuk heeft daardoor niets geen effect gehad.
Enfin, dat hoort nu weer tot de geschiedenis.
Gisteravond kreeg ik bericht van Luctor et Emergo, dat zoowel aflevering als afdrukjes verzonden zijn: als je dezen krijgt, moet alles je dus reeds bereikt hebben.
Met hartel. gr. aan M. en jou van J. en mij
je
Willem