Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 22 juli 1908 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Den Haag
Regentesselaan 176
22 Juli 1908
Beste Wim,
Het stuk van Karsen is naar de zetterij. Den kalmen toon waardeer ik zeer.
De kleine veranderingen die ik er in moest maken, zijn deze:
K. spreekt, op één plaats, van ‘de eerstondergeteekende’ van dit stuk. Daar Breitner's naam er niet onder is gekomen, moest dit natuurlijk worden ‘de ondergeteekende’.
‘de vorige aflev. reeds gevuld waren’, schreef Karsen, maar dat moet zijn: ‘de vorige afl. reeds gevuld was’. Want toen jij in 't laatst van Mei hier was,
[1:2]
kon er alleen nog maar kans zijn hoogstens op een plaats in de Juli-afl. en niet in de Juni-afl.
Dan heb ik ergens een afhankelijken zin moeten invoegen, om grammatisch verband te leggen tusschen een hoofdzin en een bijzin van Karsen. In de proef zal je dat zien: het is slechts een kwestie van den vorm.
En ‘emeritus-heraldicus’ heb ik moeten veranderen in ‘heraldicus’. Want al vond ik het niet ongrappig-uitgedrukt, ik ben altijd goede vrienden geweest met C.W.H. Verster, die een braaf en leuk mensch is (hij woonde in Bussum óók op Villa ‘Parkzicht’). Dat weerhoudt mij nu wel niet, om andren tegen hem te laten polemiseeren in de N.G. maar nu moppen te laten tappen
[1:3]
op zijn hoogst-onschuldig liefhebberij-beroep, dat zou toch slecht gaan.
Met hartel. gr., ook van J., voor M. en jou,
je
Willem