Willem Witsen aan Willem Johannes Theodorus Kloos
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 13 augustus 1906 |
Verblijfplaats: KB 69 F 22 |
[1:1]
82 Oosterpark
13 Aug. 1906
Beste Willem,
Gr. valt mij erg tegen; 'k vind 't 'n schandelijk aanbod want als je met hard werken niet tot je gewone f 600 komen kan kun je er onmogelijk van leven. Ik raad je aan, beste Willem, om Gr. te schrijven dat je zijn voorstel niet kan aannemen; dat je graag wilt werken maar dat je er van moet kunnen leven; dat hij zelf toch wel begrijpen kan, reken 't hem voor, dat je beneden de f 600 niet kan leven. Ik zou hem voorstellen (maar je moet er goed over nadenken en 't zelf
[1:2]
weten, want je begrijpt dat, als 't verkeerd uitkomt, ik niet graag de verantwoordelijkheid te dragen heb) 'k zou hem voorstellen om de f 600 te garandeeren, waarvoor je maandelijksch ± één vel druks zal schrijven, maar dat wat je méér schrijft, verzen of proza, gehonoreerd moet worden met f 40 per vel. Méér dan die 16 pagina's schrijf je, zooals je zelf zegt, nooit; maar 't zou kunnen dat je, behalve je critische beschouwingen over Ned. litter., eens een of ander werk onderneemt wat je zou kunnen publiceeren in het Tijdschrift, iets als Rhodopis of Okeanos om maar iets te noemen,
[1:3]
in dat geval zou je ook méér kunnen verdienen.
Gr. kan 't je onmogelijk kwalijk nemen dat je op die ongelukkige f 600 - moet kunnen rekenen dat is toch waarlijk geen extravagant voorstel!
Hij schijnt niet te gelooven aan de voordeelen die je toetreden tot hem, voor zijn tijdschrift zou meê brengen of hij doet net zoo maar dat is in dit geval 't zelfde - voor jou. Het beste was, werkelijk Willem, om deze kwestie met hem te bespreken want hij is veel cordater met de pen als met gesproken woorden. Als je hem dan de voordeelen vóórhoudt, stemt
[1:4]
hij toe en dat doet hij niet als hij schrijven mag.
Intusschen is hij, of gaat hij uit de stad, voor 14 dagen meen 'k, naar zee als 'k goed ben ingelicht; maar hij zal geen bezwaar hebben om je 'tzij in den Haag (waar hij dikwijls moet wezen, tegenwoordig) 'tzij hier in A'dam, te woord te staan. Ik ben er zeker van dat hij wel te vinden is voor 'n redelijk voorstel maar je moet met hem weten om te gaan. Hij is wel 'n geweldige zaken man maar au fond goedhartig, voor zoover dat strekt!
Nu, beste Willem, tot later, hartelijke groeten, ook aan Jeanne en 'n hand van
je ouwen
Wim
[1:3]*
In haast!