Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 11 juni 1906 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Den Haag
Regentesselaan 176
11 Juni 1906
Beste Wim,
Met zeer veel genoegen, las ik je schrijven, en het zal ons beiden een ware vreugd zijn, je Donderdag bij ons aan tafel te zien.
Ik schrijf nu maar niet lang, maar hierbij doe ik je toekomen:
[begin inspring]
1. copij van mijn brief aan v. D.
2. zijn antwoord daarop
3. mijn antwoord daar weer op. (Dit laatste is de brief, dien v. D. zelf moet hebben, dus breng dien s.v.p. Donderdag meê - vergeet je 't niet?) De andere (copieën) had ik trouwens óók graag terug.
[einde inspring]
[1:2]
Lees dat alles s.v.p. eens aandachtig.
Bij een van je bezoeken hier, drong je, zooals je weet, erop aan, dat ikzelf eens aan v. D. zou schrijven: in je laatsten brief gaf je mij óók dien raad. Je dacht zeker te weten, dat v. D. mij nooit een voorstel zou doen, waaruit niet zijn sympathie en waardeering sprak maar... het zal mij benieuwen, wat je van dit schrijven van hem zal zeggen.
Uit mijn uitvoerig antwoord aan v. D., kan je, dunkt mij, blijken, dat hij nog eenigszins anders is, dan jij, en trouwens
[1:3]
ikzelf ook, hadden gedacht omdat hij álles wil hebben, en niets hoegenaamd er voor in de plaats geeft.
Tot Donderdag dus, hoop ik zeer. Meld mij s.v.p. nog even, hoe laat je komt.
Met onze hartel. gr.
je
Willem.