Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: Den Haag |
Datum: 2 mei 1906 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Den Haag
Regentesselaan 176
2 Mei 1906.
Allerbeste Wim,
Ik wou zoo graag je raad eens inwinnen, en, daar ik niet weet, wanneer je weer in den Haag komt, doe ik het nu maar schriftelijk. Een paar dagen geleden kreeg ik uit Voorburg een brief, vol met klachten: dat er een aanzienlijk verlies werd geleden op de N.G., en zoo meer. Ik zeg dit alles natuurlijk in diep vertrouwen). Ik antwoordde daarop met een bedaarden, beredeneerden brief, die tot gevolg had, dat zij mij terugschreven, nogmaals met prospectussen, etc., hun best te
[1:2]
zullen doen. Voor het oogenblik is de storm dus weer gaan liggen, maar... is het niet veiliger en verstandiger, in plaats van bij de pakken neer te zitten, in goed vertrouwen, tot het laatste oogenblik, - van te voren maatregelen te nemen?
Toen je bij ons was, sprak je over een Vereeniging van v. Deyssel en mij, die ik, zooals je weet, zéér approuveerde. Daarna heb jij v. Deyssel nog gesproken, die je zeide, dat hij bezig was met de zaak. Maar tot nu toe heb ik taal noch teeken van hem gehoord. Spreek jij van D. nog wel eens? Of raad je mij aan, hem persoonlijk te schrijven? Maar dan... in welke termen? Zeg mij dit eens precies, als je wilt: ik vraag
[1:3]
dit aan je, omdat jij nauwkeurig weet, hoe v. Deyssel heeft gesproken.
Met hartelijke groeten van J. en mij, een hand van
je
W.