Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [± 24 april 1906] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Kanaal 60.
Beste Wim, van van Deyssel ontving ik een best briefje en het contract zonder bezwaar terug. De proeven zijn weer aan het komen en gaan. Nieuwenhuis schrijft me, dat hij met den band nog moet wachten, tot alle proeven klaar zijn en dus alles gedrukt. Verder antwoordt hij me op een vraag aan mij door van Deyssel gedaan, wanneer de prospectus zal komen, dat hij dacht dat dat komen moet, als het boekje zoo'n beetje in het zicht is.
Verder zegt hij: Vanmorgen kreeg ik 3 vel druks. Wel op slecht papier en niet in 't goeie formaat (ik: kan dat hersteld, Wim? Praat er eens met N. over), maar 't zag er toch nogal
[1:2]
fatsoenlijk uit.
Nu weet je weer alles Wim. Het beste met de verhuizerij. Marie heeft Zondag den dokter gehad, die haar heelemaal onderzocht heeft en zegt dat ze neuralgie heeft. Ze heeft al een paar week elken dag te beginnen na de koffie een klimmende pijn onder de maag, ter plaatse van de lever, die 's avonds, punctueel terugkeerend, naar 't schijnt, heel erg is. In bed wordt 't minder, maar 't mat 'r zeer af. 'r Roode kleurtje 's avonds toont 't aan. Ze krijgt, zonder succes tot dusver, er poeiers voor. De Geus heeft ook haar long onderzocht. Die betert, zegt hij. Moge de gezondheid spoedig wederkeeren. Het is geen
[1:3]
leven voor zoo'n jonge vrouw.
Ik heb het vreeselijk druk en kan slecht slapen.
Hartelijke groeten aan Marie en Mien, een hand van
Jan