Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [6 april 1905] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Donderdag,
Beste Wim, ik had Zondag moeten bedenken, dat ik Mien geïnviteerd had. Nu komt 't toevallig uit, dat de reddermanie hier zulke afmetingen aanneemt, dat ik zelf nauwelijks meer een plaats heb om te zitten, terwijl C. dermate haar krachten te buiten gaat, dat ik er iets op heb moeten bedenken om haar een korten tijd haar vrijheid te hergeven. Zij gaat nu Zaterdag tot Zondagavond naar Salem, terwijl Jans naar huis gaat tot Maandag morgen, zaterdag naar
[1:2]
Scala en Zondag naar den Opera. Ik zelf kom volgens afspraak naar jou (ik heb Mien geschreven), nadat ik net als toen Jantje in de Bosboom heb gebracht. Zondag na 1 moet ik dan afscheid van je nemen om met Jan naar Mien te gaan, tenzij je me 't voorrecht wilt doen mee te gaan en ook mee met 't wandelingetje dat ik met Jantje wil maken. Tegen 5 uur moet ik in de Bosboom zijn, waar ik moet eten om ze dit genoegen te doen. Is dit nu alles goed, beste Wim; help me een handje.
t.t.
Jan
Zondag 8 zooveel vertrek ik.