Willem Witsen aan Arnold Paul Constant Ising
Plaats: [Antwerpen] |
Datum: 3 oktober 1903 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
3 Oct. 1903
Beste Nol, 't zal wel langer duren dan ik gedacht heb, die excursie. Verbeel je zoo'n toestand. Betsy ligt te bed met zware koorts; toen 'k aankwam was ze onherkenbaar en heel zenuwachtig - 'k heb haar dadelijk naar bed gebracht en getracht haar zorgen uit 't hoofd te praten - 'k waak bij haar of liever 'k heb 'n matras op den grond gelegd en slaap daar op als ze me niet noodig heeft; 'k geef haar quinine en leg haar eenige malen den thermometer aan; de meid die met 1o Oct gekomen is heeft haar van morgen in den steek gelaten terwijl haar oude meid morgen gehaald wordt. Ik heb dus van daag 'n meid gehuurd die beloofd heeft morgen te komen maar 't schijnt zoo'n onbetrouwbaar volk dat 't heelemaal niet zeker is dat ze 't doet! In ieder geval 'n dag meid zoodat, nà acht uur 's avonds, we geen hulp hebben; 'k ben nu even uit geloopen omdat 'k door 't slechte
[1:2]
slapen (die ouwe matras op den grond radbraakt me den heelen nacht zoodat 'k gebroken op sta, overal pijnlijk) voortdurend erge hoofdpijn heb en vandaag den heelen dag thuis ben geweest om die meid; morgen, als Emma weg is kan 'k niet meer weg zoolang Betsy te bed ligt. De jongetjes zijn heel lief maar vreeselijk druk en erg verwaarloosd en ongehoorzaam (behalve Pam) je weet niet hoe vermoeiend dat is als je alles moet doen en overal op moet letten. Als morgen die nieuwe meid niet komt, zal ik de jongens ook moeten aan en uit kleeden en voor 't eten zorgen. 't Huis is niet meer dan 'n arbeiders woning, nieuw en daardoor zindelijk maar absoluut niet geschikt voor iemand die 10, 000 franken inkomen heeft; en als je, met je gewone pessimisme, hiertegen in wilt zeggen dat die som niet zoo heel zeker is door eventueele teleurstellingen die ik met mijn werk ondervind, dan verzoek 'k je toch beleefd (maar niet àl te beleefd) te bedenken dat ze nù, tot op heden, 7 000 frs. ontvangen heeft. Zoo'n rommel kan je je
[1:3]
niet voorstellen! Ik hoop nu maar dat Betsy weer gauw beter is; Erik heeft gezegd: ‘Vafie zal je wel weer gauw beter maken’ en daar doe 'k nu mijn best voor. Ze wil alleen kneipsal behandeld worden d.i. met omslagen en verbanden en afwasschingen en van 'n dokter wil ze niet weten. Nou, zonder complicaties, zie 'k wel kans om 't klaar te spelen met koud water, 't is 'n ouwe liefhebberij van me en 'k geloof er heel stellig in. De resultaten zijn tot nog toe prachtig! Van daag 39,4o in den avond en 's morgens 37,5 (normaal). Bizonderheden zal 'k je later wel vertellen, 'k ben nu te moe en 'k moet weer naar huis - 't is 'n heel eind hier van daan, maar thuis kan 'k niets drinken den heelen dag, bij gebrek aan goed drinkwater, zoodat mijn biertje me nu wel smaakt. Vraag aan Mien of ze alsjeblieft niet aan
[1:4]
Mina wil zeggen dat 'k nog zoo dadelijk niet thuis kom; in tegendeel wou 'k graag dat Mina mij elk oogenblik kan verwachten. Als ze geen geld meer heeft zal 'k je 'n postwissel sturen, b.v. Woensdag van f 5.-. Mien wil haar die misschien wel uit mijn naam geven - als 'k 't haar zend moet 'k zooveel uitleg geven en daar heb 'k geen zin in. Mien kan zeggen dat jìj bericht van me hebt gekregen en dat 'k 't stuur voor alle zekerheid maar dat ze mij elk oogenblik kan verwachten; en als er kwitanties komen ben 'k niet thuis! zonder meer.
Dag beste Nol, 'k verlang nu al om hier van daan te komen niettegenstaande de lieve jongens - er is te veel wat me irriteert en dood-melancholiek maakt! 'k Zal je dat later wel vertellen. Groet Mien hartelijk van me en schrijf me maar niet terug, zonder noodzaak.
Met 'n hartelijke hand
je
Wim