Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [tussen 4 en 12 juni 1902] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 931 |
[1:1]
Arme Beb, arme Beb 'k zou je wel graag lief willen schrijven maar ik kan niet schrijven, heelemaal niet, omdat 'k dadelijk die plank in mijn hoofd krijg - die wanhopige moedeloosheid als 'k geen dingen kan uitleggen terwijl 'k ze voor mezelf zoogoed weet - maar als alles waar is wat je schrijft, terwijl je jezelf niets te verwijten hebt - hoe moet 't dan zijn voor iemand die dat leest en weet dat hij alleen de schuld van alles te dragen heeft? En dan mag 'k geen spijt hebben, 't vreeselijk bejammeren, geen schuldgevoel dat me zoo wanhopend maakt geen medelijden - wat blijft me dan over? Ik voel alles wat je schrijft voor je al schreef je 't nìet - en als 't je goed doet om dat alles weer en nog 's te zeggen dan hoef je 't om mij niet te laten.
[1:2]
Je hebt van mij nooit iets anders gehad dan teleurstellingen moet dat nu nog doorgaan? 'k Heb gehandeld naar mijn beste weten zoowel met de Holland als met Eilander en alles. Waar moest 't heen met dat goed dat hier voor de deur in de gracht lag! Je zegt dat 'k 'n onderkomen in Aerdenhout had moeten zoeken maar 'k kan 't toch niet op goed geluk nu weer naar Haarlem laten brengen met 'n anderen schipper 'k kan 't toch niet zoo lang hier op mijn kamers nemen, - als dat had gekund had 'k 't graag gedaan.
Eilander heeft me niet geantwoord op 't spiegeltje. Ik zal hem straks weer schrijven - waarschijnlijk is dat spiegeltje bij de rest in de Holland.
Ik wil graag Dinsdag komen
[1:3]
als je dat beter vindt, - maar 'k zal je wel opzoeken, 'n rijtuig is niet noodig - 'k zal wel probeeren om er Dinsdag avond te zijn en als dat met treinen of zoo verkeerd mocht uitkomen maak je dan niet ongerust, dan kom 'k wel Woensdag morgen en zal 't wel loopen.
Ik zal nu niet meer schrijven - alles wat 'k zou willen zeggen is dat je om jezelf moet denken en de jongetjes - aan liefde om je heen zal 't je nooit ontbreken alles wat je zal moeten missen is de man die jou niet waard was. Je vader had je misschien voor veel kunnen bewaren maar dan hadt je nu je jongetjes niet. Kan je dat geen troost geven?
[1:4]
Je zal nog wel zien dat alles goed terecht komt, zoo goed ten minste als 't in de bestaande omstandigheden mogelijk is maar dan moet je beginnen met voor jezelf te zorgen zoogoed als voor je mannetjes - wat je hindert niet noodeloos op ingaan en slapen en je hoofd, je arme hoofd laten rusten in de overtuiging, die je hebben mag, dat je alles deedt wat goed was. Is dat niet zoo?
Dag Beb
tot dinsdag
W.