Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: 25 december [1901?] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd Café Riche, Den Haag]
1e Kerstdag,
Beste Wim, je hebt me een bijzonder groot genoegen gedaan met de croquis van Balzac. Ik heb 't deel bijna uit (de 1001 nacht heb ik uit), maar alvorens de croquis je terug te zenden, zou ik wel eens je advies willen vragen.
Ik heb van sommige stukjes als b.v. ‘la charge de dragons’, en ‘Entre-acte’, ‘un homme malheureux’, ‘la vie au chateau’, het verhaal van de ‘Chatte anglaise’ en dergelijke bij 't lezen telkens gedacht dat ze zoo geschikt waren om vertaald te worden.
Moeilijk, zooals een vertaling
[1:2]
van een groot werk kan zijn, is de vertaling van deze stukjes niet. Er is b.v., geloof ik, geen afzondering voor noodig en ik kan aan den theetafel, dunkt me, wel zoo'n stukje, dat ik hoogacht, in 't Hollandsch overzetten. Een ander bezwaar is, dat ze dikwijls met een enkel woord, hier en daar, personen en toestanden van 1830 hekelen, wat niet altijd nu nog weer te geven is, tenminste niet door iemand, die zoo weinig weet als bij mij 't geval is. Maar niet in alle stukken komen die toespelingen voor.
Een stuk, dat me heel erg aangedaan heeft, is de boulevards de Paris; met dat te vertalen zou ik echter
[1:3]
bevreesd zijn iets te schaden wat mijn eigen indruk betreft. Dat zijn van die stukken, waarover ik in elk geval eerst eens met je zou moeten praten, wat die naam beteekent, of dat een restaurant was in 1830 enz.
De ‘Rentier’, de ‘Epicier’ ‘les Employés’ en vooral ‘le Notaire’ zijn prachtige stukken, die je goed vertaalt of waar je je niet aan brandt, al naar je krachten blijken.
Nu is er echter een obstacle, waar ik je meer in 't bijzonder over wou hebben. Vertalen uit 't Fransch in een land, waar ieder tot op zijn eigen hoogte een Fransch auteur kan genieten, heb ik altijd een beetje imbécile gevonden en dat vind ik nog.
[1:4]
Tristan Shandy vertalen, zooals, meen ik, Geel gedaan heeft, is iets anders. Hoe weinig menschen lezen Engelsch tegen de massa, die Fransch leest.
Dit alles is juist, geloof ik. Blijft nu de quaestie, nu ik met pleizier aan 't vertalen zou willen gaan (tenminste niet zonder eenig genoegelijk idee van wat aardigs te doen), zal ik 't doen voor het buitenblad van de chroniek en daardoor wat verdienen, wat eenigszins de moeite loont? - Of zal ik blijven lezen, waar ik nu al mijn tijd aan geef, om in te halen, wat ik, over mijn heele leven genomen òf niet heb kunnen doen òf verzuimd heb door allerlei andere dingen te doen o.a. wiskunde. De beide dingen zijn genoegelijk.
Schrijf mij eens.
t.t.
Jan