Arnold Paul Constant Ising aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 9 januari 1901 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 9 Januari 1901.
Beste Wim,
Gelukkig dat Pammy beter wordt! Als Betsy en Jij het goedvinden, kom ik liever Zaterdag om vijf uur in Ede aan, omdat ik anders weer pourparlers tegen de Leidsche-Plein heeren moet gaan houden. Zoo winnen wij toch den avond, die wel heel gezellig is.
Gisteren, dus Dinsdag middag, zat ik met Bauer op den Vijgendam. Hij was nog niet naar Bussum geweest en ging na het eten naar Londen. Van Dr. B. had hij niets meer vernomen. Daar kwam Breitner aanstappen. Die had vredelievende bedoelingen.
[1:2]
Op dien Zondag avond toen ik naar Groningen was en Mien naar haar landgoed had hij bij mij aangescheld en hij was al tweemaal aan den Schouwburg geweest om mij te vragen hem Frenkel's portret van J. de J. te laten zien. Dit alles verteederde mij en ik vroeg hem 's avonds met Marie een oestertje te komen eten. George ging eerst even weg om er eens over te denken en zei toen hij terugkwam: ‘ik zal 't maar aannemen! 't Is goed!’ Zij kwamen met een aap! en George zei: ‘hoe laat moet ik het rijtuig laten terugkomen?’ Ik antwoordde: ‘om één uur’. ‘Ben je bedonderd, dan komen wij veel te laat thuis. Om twaalf uur, hoor koetsier!’
[1:3]
G. vond het huis zoo prachtig, dat hij Marie voorstelde ons op een goeden dag den hals aftesnijden - dan gingen zij er in wonen. Het behangsel in de achterkamer kon er wel mee door. Van de biscuit-juffrouw vroeg hij ‘wat dat voor een pop was.’ Voor het Krusemannetje gaf hij ook f 300-. Hij zal er in de zon een photografie van nemen. De Japansche matten en het rustbank-kleed waren mooi. Na de oesters verklaarde hij heel kwaad en jaloersch te zijn geworden zoodra hij het kleed zag. Hij gaf er f 40- meer voor dan het gekost heeft. Het karpetje was daarentegen geen f 40- waard. Het roode behangsel zoo ‘bloederig’, in den avond te rood - misschien zou het wel wat verkleuren. De kussens en het
[1:4]
tafelkleed afschuwelijk! Het kastje heel leelijk - om de pooten en de hengseltjes. Het kleine buffet (waarop de pop staat) moest naar voren, dan kon zijn teekening wat lager hangen. Zijn meisjeskop was een mooie studie. De knotwilgen van Valk een leelijk ding, maar de gang en de slaapkamer magnifiek. De Chiffonniere en de blauwe kom: mooi. Al het porselein, (uit het begin van de vorige eeuw) leelijk maar hij vroeg wanneer ik hem het theestoofje thuis zond. De leeren fauteuiltjes: mooi. Na de oesters stak hij een sigaartje uit zijn zak op en ik een hoyo. Hij zou van daag toch doodziek zijn, want hij kon niet meer tegen die dingen. Wij hebben veel plezier gehad.
Dag Wim! Groet Betsy en Pam en de jongentjes.
Je
Nol.