Willem Witsen aan Willem Johannes Theodorus Kloos
Plaats: Ede |
Datum: 5 april 1900 |
Verblijfplaats: KB 69 F 22 |
[1:1]
Ede 5 April 1900
Beste Willem,
Je moet 't niet verkeerd begrijpen dat ik je nu eerst antwoord op je brief dien 'k zoowat 'n maand geleden ontving. Ik werk den laatsten tijd heel hard - eerst den heelen dag van 'n uur of tien tot half zes en 's avonds zit 'k dan gewoonlijk te etsen. Ik heb met dat al dikwijls gedacht: ik zal vandaag Willem 's schrijven, maar zooals je wel gemerkt hebt is daar nog niets van gekomen. En dan, je weet 't: 'k ga heel slecht met de pen om en houd van schrijven niets.. zoodat ik maar zeggen wil, zou tante Martha zeggen, dat 'k toch wel dikwijls verlang je 's te zien, om 's samen te praten - en daarom zal ik zeker ook heel gauw 's bij jullie aan komen loopen.
[1:2]
'k Vind 't prettig dat jullie 't zoo goed samen vinden kunnen - 't verwondert mij trouwens niets sints 'k Jeanne heb leeren kennen, al is 't dan maar oppervlakkig, - 'k vond haar heel lief en dacht zoo bij mezelf: nou, dat is ten minste in orde en Willem zal nu eens eindelijk 'n rustig en gelukkig leven krijgen.
Wat je me schrijft van 't gebabbel der menschen lijkt me meer onaangenaam dan wel ongewoon. Maar onaangenaam zooals de beet van 'n mug je hinderen kan - 't jeukt 'n beetje na, maar 't brengt je niet in levensgevaar. 't Is dan wel 'n voldoening als je de(n) mug te pakken kunt krijgen en wat dat betreft gaat de vergelijking zeker niet op. Want je heb niet veel kans mevr. Zubli-van den Berch van Heemstede (bijgenaamd de rollade als 'k me niet bedrieg) te pakken te krijgen, noch Juffr. Jeannette Hamilton, van wie 'k nooit gehoord heb.
Intusschen, of die dat dwaze
[1:3]
vertelsel verzonnen en rond gebazuind hebben betwijfel 'k - ten minste wat 't verzinnen aangaat. Ik heb 't zelfde praatje in Amsterdam gehoord en vertrouwelijk is mij daarbij meêgedeeld dat ik zelf de zegsman zou zijn! Je begrijpt dat ik 't daar niet bij heb laten zitten, maar die zaak is alleen in zooverre opgehelderd dat ik begrepen heb dat je te doen hebt met 'n systematische laster uit 'nzelfde bron, want de eerste keer was Nol er mêe gemoeid, verleden zomer, weet je wel? De tweede keer Keesje Verster! en deze keer ik zelf, je ouwe-trouwe Wim! 't Is eigenlijk om je 'n aap te lachen beste Willem zoó absurd en wat moeten die menschen die dergelijke praatjes verzinnen en rondstrooien vreeselijk arm zijn! Wat 'n liefhebberij! Maar gewoon is 't wel, zóo weinigen die er buiten kunnen en niet gaarne meê doen! Je hoeft wezenlijk Busken-Huet niet te zijn om er genoeg van te krijgen.. maar 'k prefereer, als 't zijn kan, 'n huis op de hei
[1:4]
boven 't woelige Parijs. Bovendien geloof ik niet dat de menschen daar beter zijn - 't is alles eén pot nat! - Over eenigen tijd moet 'k in den Haag zijn om etsen te drukken: dan kan 'k 's kijken hoe 't jullie gaat, en hoe je je houdt in den getrouwden staat! 'n Week of vier geleden was 'k even in den Haag maar had toen geen gelegenheid te komen, hoewel 'k er op gerekend had. - Pammy laat je hartelijk groeten - hij wordt nu 'n leuke jongen - 't scheelt weinig of hij heeft den baard in z'n keel. Ze maken 't alle drie best en hebben, tot nog toe, niet veel anders in hun leven dan 'n onbedaarlijk plezier! Zie je Hein wel 's? Ik nooit meer - maar 'k moet gauw eens naar hem toe. Nu beste Willem wees met Jeanne hartelijk gegroet en als je tijd hebt schrijf me dan nog 's, - al antwoord 'k niet gauw en niet erg volledig - ik ben altijd erg blij met 'n brief van jou.
Adieu, tot gauw, hoop 'k, met 'n hand,
je toegenegen
Wim