H.J. (Johan, ‘Doris’) van 't Hoff aan Willem Witsen
Plaats: onbekend |
Datum: [28 februari 1900] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Beste Wim,
Nu Maart in 't land komt met zijn zon en leven in alles wil ik je eens van me laten hooren in de verwachting dat je te Amsterdam bent. Kon ik er ook maar eens komen, maar ik zit hier als een Prometheus vastgeklonken. Jan is nl. voor een week of 4 naar Stan gegaan. De strijd van alle booze machten hier op aarde werd haar wat zwaar en voor elken afgeslagen drakenkop groeiden er 10 nieuwe aan. Sukkelen met meiden, enz. enz. Alles maakte, dat ze zich wat onrustig en moe voelde en toen hebben we in eens het kloeke besluit genomen haar
[1:2]
tijdelijk uit het slagveld te verwijderen. Je kent haar natuur, druk en levendig, veel sterker voelend, dan voor een koud Hollander gewoon is, hartstochtelijk en voor zichzelf ongemaklijk. Ik verwacht het allerbeste van die rust en als ze terugkomt, onder gunstiger omstandigheden, zullen we het samen wel klaarspelen. Dat onvoldane met het leven is een lastige questie! Eigenlijk is het natuurlijk en staat het veel hooger, dan dat bête [plantenleven[?] van de bourgeoisie, maar je moet voorzichtig zijn: dat je daardoor niet alle kanten van het leven te zwart gaat inzien. Jullie kunstenaars hebt zooveel steun en kracht in je kunst, dien wij, mis-
[1:3]
deelden, missen. En daarom is het voor ons dubbel moeielijk. Een heerlijk boek lees ik nu van Carlyle, Past and Present, dat zal je wel kennen. 't Hoogste is: to know the meaning of the day, to cease to be a hollow sounding shell of hearsays, egoisms, purblind dilettantisms and become, were it on an infinitely small scale, a faithful, discerning soul, to descend into thy inner man, and see if there be any traces of a soul! En dan admiratie! Het gevoel te kunnen bewonderen!
Kijk Wim, daarin schiet een ongelukkig mensch als ik [nu[?] zoo in te kort. Als dat intens was en duidelijk, zouden we
[1:4]
niet door de omstandigheden beheerscht worden en slapen nerveus, maar die zelf beheerschen. Hoe verlang ik er naar, zóóver te komen! Daarin moet je me maar een beetje helpen, jij, die een vonkje van het hemelsche vuur ontvangen hebt, jij kunt die duisternis wel wat voor ons verlichten. Kom daarom nog maar eens gauw, dan praten we daarover nog eens onder een glas wijn en al vindt je Jan niet thuis, toch zullen we het samen dan ook wel opknappen. Dus tot ziens!
Vale
t.t.
Doris
De kinderen komen nu ook tot rust. Het was voor hen ook niet voltehouden.