Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [± 15 januari 1900] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Batjanstr 5.
Beste Wim, stuur je mij dezer dagen eens een aflevering van het Elzevier Maandschrift - of nog beter, breng 't even!!! Nol vertelde mij gister avond, dat je weer in de stad was. Die ontmoetingen met Nol zijn allerpleizierigst; al lacht Nol maar een paar keer op zijn volle manier op zoo'n avond, dan heb je toch reeds een gevoel, dat je avond gelukt is. Ik weet niemand die zoo prettig en levenwekkend uitbarsten kan van lachen, die zoo om zijn eigen episodes kan uitbarsten, als die Nol - zoo als hij dat doet onder 't vertellen door, bij het
[1:2]
zich herinneren van een en ander. Hij is zaterdagavond ook hier geweest - Nol - maar in zijn vrijgevigheid, waarin ik hem niet durf tegen te gaan, had hij mij toen gauw achter mekaar twee glazen bier en reusachtige whisky-soda (ik geloof een siphoonflesch) en een grocje laten drinken, benevens me laten opsteken 4 of 5 sigaren. Toen hij wegreed werd ik een beetje draaierig en voelde mij in bed erg vol. Gisteravond ging 't beter, omdat we niet aan de siphoonflesch waren gekomen. Zaterdag is Mien jarig. Je moet haar dan eens gaan feliciteeren. Jantje is weer heelemaal beter en ziet er weer best
[1:3]
uit. Hij krijgt linzenmeel als Odo en lust 't erg graag. Marie gaat elken dag mij 's middags naar kantoor brengen en koopt lapjes om jurkjes voor Jantje te maken, waaraan ze nu zit te werken. Mijn werk heb ik naast me gelegd, op den grond, om er, zooals Nol mij indertijd ried, af en toe eens naar te kijken. (Met den hem eigen oog-blik.)
Marie laat je weten, dat Jan sinds een paar dagen broeken draagt en nu is de piquante aardigheid (quite a puzzle) hem die broeken droog te laten houden.
Zondagavond heb ik Marie 14 dagen in Holland van P.V. voorgelezen en kwam weer eens terug in dien tijd.
[1:4]
Daar was toch een berg onwaars in dien tijd en vele dier onware dingen, die P.V. als authentieke waarheden toen zijn opgegeven, prijken nu als uitgeleefde wezens in dat boekje.
Ik heb er dingen in gevonden, die me de vooze ambities en de schunnige pluimstrijkingen van het ambtenaarsleven herinneren. Het is toch gek, dat de menschen altijd dingen van zich willen doen denken, die niet zijn. Na jaren staat zoo'n verkeerde meening nog hier en daar op papier en de beroemdheid van toen is onderwijl een gewoon voorbijganger geworden. En zoo'n voorbijganger zal dan wel eens moeten uitwijken later om de vroeger zelf verspreide meeningen te ontwijken, die nu zeggen: waar blijf je nou - zeg eens, waar blijf je
[2:5]
nou. ‘De beroemde I.’ zeggen de reclames van '92. En 't zoo degelijk doende: ‘die meer werkt dan produceert’ van toen, heeft nu een sarcastisch glimpje gekregen... waar van daan?.. alleen door den tijd, die alles recht maakt op den duur.
Weet je, beste Wim, dat hier in den Haag zulke mooie beschilderde oude kamers zijn b.v. een paar op den Korten Vijverberg. Ik heb 't hooren zeggen; ik zou er wel in willen komen. Kom je eens gauw hier? Ik ga nu weer een beetje werken. Zeg eens, zou jij me ook niet eens schrijven, uit Polen of zoo. Heeft Nol je mijn groeten gebracht?
De Groeten van M.,
t.t.
Jan