Willem Witsen aan Arnold Paul Constant Ising
Plaats: [Den Haag] |
Datum: [september 1900?] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
[briefhoofd Hotel De Twee Steden, Den Haag]
Beste Nollebol,
'k Kon Dinsdag onmogelijk hier blijven: Betsy schreef me dat 't alleen om dien dag te doen was. 'k Had gehoopt je 's avonds om half eén nog te zien, - 'k kwam, door 'n slaapje in den trein, verkwikt en heerlijk frisch aan; - 'k had je toen graag eens gezien. Nou wou 'k je vragen of je me even schrijven wil of je Zaterdag avond vrij ben? Waarschijnlijk of zoo goed als zeker, ben 'k dan in Amsterdam en blijf er Zondag ook ten minste als jij me gezelschap wilt houden; - 'k heb al gedacht: als Menck dan die dingen klaar heeft - uiterlijk Zaterdag - dan zouden we ze Zondag kunnen ophangen?
Met Jan is 't tot 'n uitbarsting gekomen: hij maakte me zoo krankzinnig-kwaad dat ik ben weggeloopen uit de Bordelaise en sints heb 'k hem niet gezien (hij komt anders 's morgens altijd even hier) 'k zal je dat zaakje wel 's vertellen; ik begrijp niet wat we met elkaar te maken hebben als hij zoó doet!
Toe Nol, schrijf me 's gauw - Kan 'k je morgen avond niet zien of morgen middag na half vijf?
Met hartelijke groeten ook aan Mien
je
Wim.