Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
Plaats: IJmuiden |
Datum: 21 februari [1899] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
IJmuiden 21 febr.
Beste Wim, ik vind, dat 't toch vrij wat meer uithaalt een afspraak te maken, dan een brief te schrijven. We moeten dat dus dan maar weer eens gauw doen. Met Jantje zijn we naar Voûte geweest. De knobbel achter aan zijn hoofd verdwijnt met de tanden; het gaatje aan zijn halsje, als dat, als hij twee jaar is, nog niet dicht is, moet hij een kleine operatie ondergaan. Verder is hij ontkleed onderzocht en heeft V. bevonden, dat hij een flinke jongen is, die te veel voer krijgt. Vandaar, dat hij de laatste dagen vóór 't consult hier en daar een blaasachtige uitslag had. Hij mag tot 9 maanden niets dan 6 fleschjes; tot 10 m. eenmaal griesmeel; tot 1 jaar 2 maal griesmeel. Van 1 jaar af 's morgens
[1:2]
boterhammetje met eitje en kroes melk; 's middags 1 aardappeltje en groenten gepureerd en wat hij verder aan melk lust. Vóór 1½ geen vleesch. Telkens als hij uit 't dieet gaat, krijgt hij weer uitslag. Koude baden: voorloopig niet beneden 27o; van den zomer niet beneden 25o. Niet meer dan tweemaal per week en als hij na 't bad zich rekt, geeuwt of slecht uitziet, dan eens per week. (De dagelijksche koude wasschingen hier buiten gerekend.)
De zending hebben wij in dank ontvangen. Maar wat heb ik nu overijld gehandeld. Voûte heb ik 't uitdrukkelijk gevraagd, maar hij wil beslist niets anders dan griesmeel voor Jan. En na eenige angstige pogingen met Mies, verklaart zij vastberaden, dat zij nooit tegen pap (havermout) heeft gekund, dat zij er altijd van heeft moeten ‘kaken’
[1:3]
(koren), en bij dergelijke proefnemingen altijd van de dagelijksche dingen hoe langer hoe minder is gaan eten, zonder méér pap te verorberen. Zij heeft 't nu gebracht tot wat meer dan ½ kan melk per dag en 3 eiers. Ik heb nu eene hoop, beste Wim (anders eet ik de bus zelf leeg op gevaar later een ontvettingskuur te moeten ondergaan) dat jullie bus bijna leeg is. Schrijf 't mij dan direct. Tegenstaan zou mij 't voedsel niet; ik vind 't zacht en smakelijk.
Van Betsy lees ik op 't oogenblik Hoffman, waarin allergrappigste en aller-ijselijkste dingen te lezen staan. Ik wist niet, dat je zulke boeken had, Betsy; dan was ik al lang meer komen leenen. Hierbij gaan eenige boeken retour.
Van la Guerre et la Paix is door Pam 1 deel aangesjouwd en in 't net geraakt. Van Guillever zie ik maar 1 deeltje. Schrijf mij eens
[1:4]
of 't andere te E. is. Op de plaats waar hier de boeken gelegd en gebleven zijn is geen 2e te vinden. Hoffmann lees ik M. voor, hier en daar, want sommige gedeelten zijn taai door hun polemischen aard.
Het is elken dag prachtig, vreemd-onmenschelijk, ijs-koud dag-einde met paarsche lucht, groen-tot-paarsche vlakke zee, schoon-woestijnig alles... dan een langzaam, neer zakkende schemer en lichtjes, hier en daar... en de goede, warme avonden dan, waarin ik zit te lezen en M. een blouse fabriceert. Jantje is heel wel, maar reeds eenige dagen voor den fellen wind thuis.
Dag Wim, schrijf eens gauw; hartelijke groeten aan B., P. en E. ook van M.
t.t.
Jan