Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: Oostburg |
Datum: 11 februari 1899 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1024 |
[1:1]
Oostburg
11 febr. 99.
Ik zit hier bij Frans te schrijven - we hebben juist gegeten en zijn van middag naar Cadzand geweest - 't is magnifiek! De reis is eenigzins lastig en vooral ook lang maar afwisselend en prettig. Frans kwam mij te gemoet in Gradijke en toen zijn we maar uit gestapt - hebben verder geloopen. Frans is geweldig deftig en je merkt dadelijk dat je met 'n lid van de Rechterlijke Macht loopt. Alles is even eerbiedig. Hij is weinig veranderd alleen 'n ongemotiveerde dikke dot haar aan z'n kin; dat is jammer. We hebben 'n stukje brood en kaas gegeten bij mijn aankomst om half drie en zijn toen met 'n rijtuig naar Cadzand gegaan.
[1:2]
Cadzand ligt erg open en de weg er heen is zwaar en moeielijk - in den zomer zal 't vreeselijk zijn, er is geen boom noch struik. Het badhuis is heel onaanzienlijk maar volgens zeggen heel zindelijk - er zijn 'n reeks kamertjes naast elkaar en eén goede zitkamer. Ik heb ze gehuurd voor de maand Juli en heb er bij gezegd dat 'k wel zou schrijven of we misschien eerder komen. Maar Juni is koud en met Augustus was alles verhuurd. En aan wie? Aan Testas! Dat treft in zooverre niet erg. In ieder geval kunnen we de heele maand Juli hier zijn. 't strand is heel bizonder en de duinen weinig breed - 't is geweldig eénzaam en 't lijkt niets op Holland. Ik vind 't 'n heerlijk idee om hier van den zomer te zijn en de jongens in zee te zien gaan. Er zijn twee badkoetsjes.
[1:3]
Morgen ga 'k met Frans naar Brugge en dan ga 'k over Antwerpen terug. Overmorgen ben 'k weer in Dordt bij Boudier. Gisteren heb 'k het met 't weêr en moment slecht getroffen. Ik denk dat 'k nog 'n paar dagen noodig heb voor nieuwe teekeningen in Dordt. Dan ben 'k Woensdag of Donderdag thuis. Schrijf me nog 's naar Dordt. Je brief vond 'k gisteren bij Boudier en van daag eén bij Frans, ook die van Willem. Hij is erg onhandig geweest met de klokken. Doe 't hem maar 's voor. Dank voor je brieven. 't Is heerlijk iets te hooren van alles en van allen. Is Pam vandaag uit geweest met 't mooie weer? Ik dacht dat je 't wel doen zou met z'n winterjas en 'n respirator. 't Was heerlijk zacht en de zon zoo lekker. Ik vind 't wel heerlijk dat 't weêr zoo warm is maar verlang
[1:4]
erg naar huis als 'k me voorstel hoe 't daar is met die heerlijke zon. De overtocht naar Breskens is heerlijk - 'k voelde al 't hobbelen van de zee en kon me voorstellen toen we uit Vlissingen liepen dat 'k naar Londen ging. Georges wil de volgende week met me naar Londen maar 'k heb gezegd dat 'k 't eerst vragen moest aan mijn vrouw. Als je 't naar vindt doe 'k 't niet. Dag lieve Beb, Frans zit half te slapen en 'k haast me daarom erg. Zit hij nu weer te schaken? O ja, Jantje is heel lief, zulke lieve gevoelige aardige oogjes en zoo zoet. Hij is erg groot maar je moet hem zien in z'n onderkleeren. Overdag wordt hij zoó toegetakeld met modische ponnetjes en spuuglapjes dat je 'n verkeerde indruk krijgt.
Dag lief groet de lieve jongetjes en ook Willem
je
Pim