Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 4 mei 1898 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1021 |
[1:1]
[briefhoofd Van Wisselingh & Co., Amsterdam]
Woensdag 4 Mei 1898
Lieve vrouwtje, 't is van daag precies vijf jaar geleden dat je getrouwd bent en daarom speet 't me wel dat ik van morgen wakker werd, niet naast Beb maar in 'n nauw en te kort bedje in IJmuiden. Heb je er ook aan gedacht? Mijn teekening is klaar en gisteren kreeg ik hier 'n briefje van Han of ik misschien even in Haarlem wou komen. Ik heb 't kamertje van Greta gezien en 't huis en zelfs Piet; maar ik ben niet blijven eten en voor zessen was ik in de armen van Jan, dien 'k getelegrafeerd had. Mies is heel wel en ziet er goed uit, oneindig veel sterker en flinker dan vroeger maar zwaar! Ik heb kasten en doozen vol kinderkleertjes moeten bezichtigen die ze gedeeltelijk zelf gemaakt heeft, gedeeltelijk gekregen. Overdreven veel en veel rose en satijn! Van morgen waren we vroeg op en hebben we samen gewandeld naar de Zuiderpier en 't strand in de regen. Van Georges heb ik nog
[1:2]
niets vernomen. De broedeieren uit Dordt heeft Gerrit nu zeker al onder 'n kriel gedaan. De andere zullen wel komen.
Willem is 'n secuur broekje om nog eens te schrijven. Ik hoop ook dat Helene pas Maandag komt. Als je 't nu maar niet te druk krijgt met die jongens, Vrijdag. Ik kom morgen avond met den laatsten trein. De pillen zouden direct verzonden worden, je hebt ze nu toch zeker al lang?
Dag lieve Beb zeg maar aan de lieve jongetjes dat Vafie morgen thuis komt. Met 'n extra zoentje
je
Pim