Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: Bussum |
Datum: 1 april 1898 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Bussum, Villa Parkzicht
1 April 1898
Beste Wim,
In lang heb ik niets van je gehoord. Tot mijn vreugd vernam ik, dat je weer opgeknapt bent en zelfs in Amsterdam bent geweest. Wil je mij misschien nog eens schrijven, om mij wat op te monteren?
Ik heb druk werk gehad met het vertalen van Cyrano de Bergerac door Rostand Doch dat is nu gelukkig af.
Naar ik in de krant gelezen heb, gaat Molkenboer Rhodopis monteeren. Ik vind, dat hij daarbij met mij te rade moest gaan, maar ik hoor niets van
[1:2]
hem. In den Haag gaan ze ook Idylle van Lucie spelen.
Verleden Zaterdag is Jan Broedelet bij mij geweest op een avond met van Meurs en zijn vrouw. Hij is nog al geestig, maar ik weet niet precies, wat ik van hem denken moet.
Als ik zoo mijn ondervinding van de laatste jaren naga, dan vind ik de wereld net een apenhok, waar de bewoners elkaer allemaal zitten te beduvelen en te bekakelen, en waar men alleen hier en daar een enkele vindt, die volkomen eerlijk en puur zijn eigen weg bewandelt.
Mijn gezicht is volkomen hersteld, gelukkig, en zoo glad en blank als een....... melkmuil. Als je me zag, zou je er pleizier in hebben.
Nu, tot ik wat van je hoor. Vriendelijke groeten aan de kranige Betsy - ja, je moet een kranig vrouwtje
[1:3]
zijn, om huis te houden met zoo'n langen slungel van een echtgenoot en zulke kinderen, die natuurlijk ook al het heele huis zitten vol te schilderen.
Ik ben bij Mincelijn geweest. Vlak tegenover me, in een andere loge, zat Verwey. Hij zat rechtop met zijn isegrimmig gezicht, en zag er uit als een eenigszins bejaarde grutter, die pas een standje van zijn vrouw had gehad.
Ze gaan hier ergens in de buurt een kolonie oprichten. Willem Bauer, een broer van Marius, een sympathieke vent, geeft de architektonische plannen aan. Van Eeden wordt president ervan en deelt dan iedere week kaartjes van goed gedrag uit - marques d'approbation et de bonne conduite - voor aan-
[1:4]
houdende vleeschafschaffing en nobel kunstgevoel.
Nu, Wim, tot ik wat van je hoor, een hartelijk handje voor Betsy, jou en de pierewieten van
je
Willem