Hendricus Johannes Boeken aan Willem Witsen
Plaats: Amsterdam |
Datum: 18 februari 1898 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 18 Febr. '98
Beste Wim,
Ik had de laatste dagen al eens 's avonds op de gewone plaatsen naar je uitgekeken, daar ik dacht dat je wel weer beter zou zijn. Je schreef wel van bronchitis, maar zoo heet tegenwoordig alle verkoudheid. Maar hoe komt nu jouw hart niet goed te kloppen? Dat had ik nooit gedacht. Houd het maar goed aan den gang. Overigens zal je wel een plezierigen tijd hebben, zoo goed opgepast en dan op die heerlijke kamer. Je schrift is gelukkig heelemaal niet ziekelijk.
[1:2]
Over de voorkamer hier heb ik van ochtend met de juffrouw gesproken. Ze hadden die oude juffrouw juist toch al opgezegd omdat de Oude Heer weer uit het zieken huis terugkomt. Nu heet het weer dat die met 1 Maart terug komt maar dat zal nog wel niet en al is hij er, ik denk dat je er dan toch wel zult kunnen werken, tenminsten dat belooft de juffrouw nu.
Waarom vindt je zoo'n D'Arthez ondenkbaar in den tegenwoordigen tijd? Ik moet zeggen: ik vind die Romantiek eigentlijk heelemaal niet iets voorbijgegaans, alleen schijnt de tegenwoordige tijd een beetje akelig bang voor al die grootsche verhoudingen, en voortdurend ontploffende toestanden, maar zooals je zelf zegt wij staan op den zelfden grond als zij.
[1:3]
Wat Gorter betreft, ik heb gelukkig de zekerheid voor mijzelf dat zijne beschouwingen absoluut niets met Kunst hebben te maken. Ook voor hemzelf kunnen zij geen waarde hebben tenzij hij òf hervormer wordt, òf een werk gaat schrijven als dat van Zola of Balzac maar dat verwacht ik niet. Dan zou hij zijn kennis der maatschappij moeten gebruiken als mechaniek en mis-en-scène. Ik heb nu ook Modeste Mignon gelezen, wat is dat ook een heerlijk boek, ik vind dat meisje prachtig geteekend. Ik ben op het oogenblik erg geneigd tot lezen, dat komt zeker doordat ik mij de laatste weken volkomen machteloos tot schrijven voel.
[1:4]
Ik zit nu al een week te probeeren om een stukje te schrijven voor de Kroniek tegen de afschaffing van het Grieksch op de Gymnasia, ik heb er een zeer zekere opinie over en kan maar niet verder komen dan een telkens gewijzigde beginzin.
Jan heb ik al dien tijd niet gezien. Gisteren schreef hij dat hij niet meer met Marie uitgaat (naar Amst. enz) voor Juni. Maar hij komt eens alleen als haar Moe bij hem logeert. - Over de veiling Zürcher heb ik geen bijzonderheden gehoord; naar dat schut zal ik informeeren. Nu Wim word maar heerelijk beter, ik wensch Betsy ook het beste toe,
Dientje groet jullie beiden ook en Wim met een hartelijke hand blijf ik
je
Hein
Over Gorter schrijf ik spoedig nog eens, maar ik moet nu uit naar het Boh. Strijkkwartet. Schrijf jij ook eens gauw hoe het je gaat.
Willem heeft, hoor ik, Mulder betaald! Gelukkig.