Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 16 december 1897 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1019 |
[1:1]
[briefhoofd Hotel Amsterdam, Amsterdam]
Donderdag morgen
16 dec. 1897
Mijn lieve vrouwtje - gisteren avond kwam je brief, juist toen ik een langen brief had geschreven aan Cobi die mij gisteren schreef en 't was te laat om je te antwoorden. Er was anders niemand - 'k ben den heelen avond alleen geweest en 's middags ook. De vrienden denken dat ik in Ede ben of op straat. Maar ik ben toch hier maar gaan zitten omdat 't beter rust. 't Gaat alles goed en gisteren middag ben ik even bij v. Wisselingh geweest. Van werken kan nog niets komen en 't weêr is er ook niet na, dat treft nog al goed. Karsen komt alleen 's morgens even om mij te wasschen en voor mijn brood enz.
[1:2]
'k Heb van nacht 's gedacht over je plan om met Pam hier te komen. Sabbath is wel 'n bezwaar voor Dr. S. dunkt mij en morgen is zoo in eens. We moeten hem toch eerst schrijven? Is 't daarom niet beter dat je de volgende week Dinsdag met me meê gaat heen en terug? Dan kunnen we eerst schrijven en 't scheelt maar 'n paar dagen. Maar zou je Cor niet meê nemen of Ite? Ik kan Pam niet dragen en jij ook niet; en dat is toch telkens noodig al zijn het kleine eindjes. Daar spreken we dan nog wel over. Dag Beb. Daar is Karsen - ik kom Saturdag middag 5 uur. maar schrijf denkelijk nog wel. Als je 's komen wil kom dan alleen b.v. morgen en blijf bij mij logeeren! Pam kan dan wachten tot Dinsdag.
[1:3]
Als ik bij v. Wisselingh niet ben, ben ik in 't hotel, en anders om.
Dag lieve Moef.
je
Pim
Je schreef zoo prettig over de jongetjes - 'k was er bij. Dag Pammy en Erik
Vafie