Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus Erens aan Willem Witsen
Plaats: Veghel |
Datum: [±14] mei 1897 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Veghel Mei 1897
Beste Wim, ik heb juist aan onzen vriend Ising geschreven en daar uw antwoord op mijn laatsten brief nog niet gearriveerd is, zal ik nog maar wat met u praten. Ik heb het noodig want ik ben reeds half versuft. Ge kunt begrijpen dat het bericht van mijn benoeming tot griffier mijn gedachtenloop geheel in de war heeft gezonden. Ik schrijf juist aan Ising dat ik het zoo jammer voor mij vond dat onze ontmoeting in het Panopticum in Amsterdam in Februari zoo kort was. Maar het lag aan den weinigen tijd die ik had en ik moest 's anderen daags vroeg weg. Buitenkansjes om oude goede vrienden te treffen vallen me niet meer te beurt. Je moest weten wat een curieuze negorij dat het hier is. Men is
[1:2]
me komen vragen om toch vooral geen slechte boeken in de gemeente te verspreiden. Men wist wel dat ik aanstootelijke boeken had geschreven maar men verzocht toch de menschen hier daarvan niet in kennis te stellen. Ja, een mijnheer die Zola had gelezen had hier geen vrouw kunnen krijgen daarom. Nooit wordt hier meer gedanst en schaatsenrijden voor dames is ten strengste verboden. Ik heb reeds veel plaatsen gezien maar een zoo door nieuwsgierigheid geexaspereerd nest heb ik niet ontmoet. Dan zal Ede vrij wat beter zijn denk ik en kunt ge met meer rust arbeiden. Ik moet het hier eens aanzien en anders maar verplaatsing vragen.
Gisteren ontving ik een communicatie van ondertrouw van Hofker. De lui schijnen toch allemaal
[1:3]
in het huwelijk hun heil te zoeken en het is misschien de ware wijsheid. Het drukkend gewicht van het huwelijk doet de ideeën opborrelen geloof ik en de band door één vrouw gelegd drijft den man in de rechte lijn die het verste leidt. Heb ik gelijk of ongelijk gij hebt de ervaring opgedaan?
Zeg me ook eens bij gelegenheid of er nog in Frankrijk iets verschijnt dat de moeite van het lezen waard is. Ik verneem zoo weinig hier. Men zal geloof ik weer naar het oude moeten grijpen.
Addio Wim. In de hoop dat wanneer ik je nog eens aan het station zie, gij mij niet meer zult negeeren
t.t.
F Erens