Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
Plaats: [Ede?] |
Datum: [eind februari 1897?] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1001 |
[1:1]
lieve Moefie,
Pammy gaat je een briefje schrijven, hij houdt het pennetje stevig vast en zal je eens vertellen dat hij heerlijke besjes gegeten heeft je kunt het zijn mondje nog aanzien.
Die kleine guit is nu naar bed, maar voór hij ging zei hij nog: Vafie, ijven
[1:2]
Moefie ijven! en toen ‘pen’. Hij weet alles tegenwoordig, hij zag daarnet de kranten op de tafel liggen en zei toen: tien kanten. Mijn lieveling, heb je nu weer goed geslapen? en ben je nu van daag zoo alleen? Lieve Beb, morgen avond komt je Pim weer en de volgende week Pammy ook. Ik ga nu aan mijn teekening werken en morgen ook, misschien breng 'k hem dan Maandag meê, - als hij goed wordt. - Lief, de bessen zijn heerlijk geworden, niettegenstaande Marie niet eens wist hoe ze roeren moest en afschuimen. Gelukkig dat 'k
[1:2]
er bij was. Maar het is een groot succes voor haar, en ze is er niet weinig trotsch op. Nu gaat ze de gelei van daag in potten doen met papier gedoopt in rum er op en met perkamentpapier gesloten. Erikje heeft weer doórgeslapen tot zes uur van morgen en huilt weinig - hij is erg in zijn schik en voelt zich kennelijk heel behagelijk. Ik hoor Marie met hem aankomen en zal eens even naar hem kijken. O mijn lieve vroufie, wat is dat 'n zoet gezichtje - zoó lief en zacht en vriendelijk en tevreden! Hij lacht maar en kijkt zoo vreeselijk aardig en wijs uit z'n gevoelige oogjes. Zoo'n dikke gezonde jongen!
[1:3]
Ik fotografeer hem tegenwoordig elken dag maar 't gaat tot nog toe niet. - Lieve heerlijke Bebpy gisteren avond voelde 'k zoo'n verlangen naar je op straat en kon 'k 't zelf niet begrijpen dat 'k met den vroegeren trein ging. 'k Kwam bijna te laat en dacht al dat 'k anderhalf uur zou moeten wachten zonder bij je te kunnen zijn, want tweemaal zou 'k niet durven komen. Van middag ga 'k 'n beetje wandelen met Pam, 't is zoo'n prachtig weer en niets koud. Nu ligt hij in z'n bedje. Dag mijn heerlijke goeie zoete lieve vrouwtie, mijn eenige lieveling, mijn Beb. Tot morgen avond, - veel zoentjes van je jongens, je drie jongens.
Dag lieveling,
je eigen
Pim