Willem Johannes Theodorus Kloos aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [? mei 1895] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Weteringstraat
26
Beste Wim,
Help me nu toch. Ik heb nu drie maanden in een Sanatorium gezeten, omdat ik door een Lesbische vrouw verneukt was. Ik heb daar zoolang gezeten, zonder dat het noodig was, dat men mij eindelijk verweet, dat alles wat voor mij uitgegeven werd, de interest was van zooveel kapitaal, door meneer van Hall. Nu zit ik hier: onze waarde vriend Hein
[1:2]
laat 's morgens om acht uur door zijn hospita zeggen, dat hij den heelen dag uit wandelen is. Gisteren had hij met mij afgesproken, op een bepaald uur, dat hij bij mij zou komen. Hij is niet gekomen. Wees nu goed voor me, Wim. Stuur me tien pop en laat mij bij je komen. Jij schijnt, na mijn harde ondervindingen van al die maanden, de eenige mensch te zijn, die het wel met me meent.
Je toegenegen
Willem Kloos