Gerrit Jan Hofker aan Willem Witsen
| Plaats: Amsterdam |
| Datum: [6 maart 1894] |
| Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam Dinsdag
Allerbeste, gelukkige Wim,
Ik feliciteer je wel hartelijk met zoo'n goeden afloop. Een zoon, dat is om geprikt te worden in je maagie, en om te schateren van plezier moet 't zijn voor jou, een zoon. Bid voor me, zou ik haast zeggen, want ik denk er den heelen dag aan, dat jij een zoon hebt en ik niet. Dit is geen aardigheid. Aardigheid... of liever consequentie is dan altijd, dat je je op zoo'n dag geweldig in den een of ander vinger snijdt en op 't laatst je pen niet hoûen kan, de dingen die je nu doorleefd hebt - de simpele meedeeling in je briefje al ontroerde. Dat zijn
[1:2]
dingen (als die van jou nu) om er van te lezen, om er van te vermoeden en zeer stil te worden, wetend van dikwijls niet sterk te zijn.
Feliciteer Betsy van mij en zeg haar dat Jan heel blij is met jullie geluk en dat ze maar heel zoet moet zijn en gauw beter worden.
Dag Wim een hand van
Jan.
P.S. Als je dingen in Amst. te doen hebt, schrijf of telegrafeer dan maar. Dag Wim
Auteursrechtvrij