Frank van der Goes aan Willem Witsen
Plaats: Nieuwer Amstel |
Datum: 28 april 1893 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
den Heer Willem Witsen,
Amsterdam.
Amice,
Ik heb nog verzuimd je mijne beste wenschen te doen toekomen, nu de dag van je huwelijk aanstaande is. Als mijn vrouw in den begin, mijnerzijds van vadervreugde - niet eenigszins onregelmatig van gezondheid was, zou ik zoo graag Betsy en jou, etc., gevraagd hebben op een klein feestmaal. Onlangs hebben Kloos & Hein bij ons gegeten, maar deze bijeenkomsten maken haar te moe. - De ongeveer gelijktijdige afsluiting van mijn jongelings-loopbaan, verdiende anders wel niet onopgemerkt voorbij te gaan. Meermalen troffen die banen samen in belangrijke en smakelijke punten - ik denk o.a. aan enkele geslaagde rendez-vous bij den Heer Riche - dan liepen ze weer verder uiteen. Ik hoop dat onze gehuwde paden zich niet onvindbaar zullen verwijderen. Ik ben altijd een liefhebber van wandelen geweest, en als mijn vrouw dezen zomer wel genoeg is, komen wij eens aan, om de gewoonte niet te verliezen.
Mijne wenschen overigens omsluiten al het heil dat ik nu
[1:2]
sedert 2 Maart jl. geniet. Nu logeert een jongste broertje van Marie bij ons, en gisteravond heb ik, met een kussen o.a. van een bank waarop je eenige malen hebt gezeten, en met andere manufakturen, een slaap plaats voor dat heer samengesleept - terwijl ons poesje dat mijn Schoonmoe gisteren uit 's Gravenhage had mee gebracht en zindelijk gemaakt, juist een plasje deed op het tapijt van onzen rooden eetsalon.
Het getrouwde leven is in eén woord vol afwisseling en vermaak. Juist roept mijn vrouw mij om te eten. - Ook voor de etsen hebben wij nog niet bedankt, stomme getuigen van onze onmacht op eene eenigszins waardige wijze deze stoffeering van onze vertrekken te beäntwoorden. - Wij doen het bij deze, en verzoeken verder dat ook Betsy zich aan onze gelukwenschen niet onttrekke.
F.v.d.G.
N. / Amst.
28 April 93
Nic. Beetsstr. 1