Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Ede] |
Datum: 14 april 1893 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1003 |
[1:1]
14 April 93
Mijn lieveling, de groote kast is gekomen, uit elkaar; hij schijnt erg groot en erg mooi - ook de dingen van de veiling zijn gekomen: 't lijkt wel 'n uitdragers winkel; 'k had gehoopt dat je van ochtend gekomen zoudt zijn. Ik heb de etsen aan Willem, de portretten aan Toorop, de stalen aan Wi[e[?]rda en 't behangselpapier aan [vLorem[?] gezonden. Ik heb Wi[e[?]rda geschreven dat 'k morgen zelf met hem kom spreken; - 'k kom dan met den trein van 1.30 van hier dus tien min over tweeën (stadstijd) in Haarlem. Kom je dan aan den trein? Ik heb niets te doen dan even bij Wi[e[?]rda en even in 't stadhuis. Als 'k je niet zie kom 'k na m'n boodschappen bij je in 't Florapark, - Beb, 'k heb ook je kleine Boudha beeldje bij de rest gekregen, - 't klokje is prachtig; de jap. kom en de borden staan op je bureautje.
Dag lieveling, dag mijn eigen Beb dag mijn vrouwtje. O Beb! tot morgen Bebpy,
je jongen je
Pim