Willem Witsen aan Elizabeth Witsen-van Vloten
| Plaats: Amsterdam |
| Datum: ? oktober 1893 |
| Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1120 |
[1:1]
Amsterdam
Oct. 93 Maandag morgen
Ik ben zoo vol van zoóveel mooie dingen mijn lieveling, - ik wou dat je hier bij me was en 'k je ervan kon vertellen, hoewel wat kán ik er van vertellen, - je zou 't zelf moeten hooren en zelf moeten zien ze zijn heerlijk aan 't werk.
Willem heeft prachtige versen geschreven Pet magnifieke versen en Hein magnifieke versen, - gisteren middag heeft Willem ze allemaal voorgelezen en nog heerlijke onuitgegeven van Jacques Perk.
En bij Breitner ben 'k een heele ochtend geweest; die heeft nooit zooveel gedaan en nooit zoo mooi
[1:2]
zijn huis staat vol - hij had eén schilderij, 't beste dat hij ooit gemaakt heeft - waarvan ik geen begrip meer heb - o ik begrijp er niets meer van maar dat hoeft ook niet.
('t Is 'n rare chinees, - hij heeft me weer voorgesteld om zamen dingen te maken 'k kan niet nagaan wat hij daar toch in ziet, - natuurlijk alleen dingen voor de verkoop zoo als hij zegt en dan zou hij wel iemand willen hebben zooals de oude ook schijnen gehad te hebben, die de ondergrond maakte, - maar dat is allemaal maar praatjes.)
Jan is verdrietig en ziet er slecht uit. Ik wou dat 'k hem er uit kon halen en 'n jaar in de hei zetten maar hij zou niet kunnen leven geloof 'k zonder
[1:3]
de stad, hier - met alles. Maar ik verlang wel naar de hei om daar te loopen en alles 's rustig te overdenken - 't is nu te veel voor me. Ten minste zoo lijkt 't maar dat is natuurlijk nooit.
(Zou je niet kunnen terug komen over Amsterdam? Dan kom ik je tegen dien tijd hier van daan halen en dan kunnen we 's samen gaan (koffie drinken) bij de jongens en 's naar Breitner en Karsen.)
Nu had 'k van middag weg willen gaan maar Willem vroeg zoó of 'k vanavond bij hem kwam en 't is zoo heerlijk dat 'k dat maar doe, - 'k zal even aan Marie schrijven dat 'k dan morgen kom. En hoe is 't nu met mijn vrouwtje? mijn Beb, - hoe vin je 't nu en verlang je al weer naar je huisje?
[1:4]
en naar je mannetje? Dat kan 'k me best voorstellen. Ik heb Frank hier nog niet gezien en toch is hij misschien hier in de stad maar ik ben bijna niet op straat en eigenlijk niet in de stad. De jongens gaan niet meer uit - ze zijn nu in 8 dagen de deur niet uit geweest.
Mijn heerlijke Beb, mijn liefste lieve vrouwtje ik denk wel veel aan je - denk je ook wel aan V.....te?
Dag mijn lieveling, - heb je Pim al geschreven? waarom niet hier heen?
Dag lieve lieve
je eigen
Pimmy
Auteursrechtvrij