Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 31 augustus 1892 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 916 |
[1:1]
31 Aug. '92 Woensdag middag
Ik ben nog op m'n atelier mijn kleine lieveling (lieve Beb, je bent mìjn eigen lieve meisje en verlang zóo om je 's even te kussen) - ik heb van van morgen vroeg af (9 uur) geëtst en fotografiën gedrukt en gefixeerd - er staan er nu op 't oogenblik nog 'n heeleboel onder de kraan - 'k heb de deur open staan omdat 'k hooren moet of de slang soms niet uit de kraan valt, - dat gebeurt wel 's en de juffr. is er op uit om 'n wijdere slang te koopen - 't is al over vijven en ze moeten tot half zes minstens uit gewasschen worden. Ik heb ook de tien van gisteren opgeplakt: er zijn heel aardige bij - je zult zeker wel verlangend zijn die te zien mijn lieve Bebpy. Toen 'k thuis kwam gisteren avond tegen kwart voór twaalven, vond 'k je langen brief - 't was heerlijk - eerst heb 'k me uit gekleed en heb 'm toen gelezen en ben
[1:2]
er toen meê naar bed gegaan. 't Heeft gisteren avond geweldig gedonderd hier - vreeselijk licht en de slag onmiddelijk er na. Ik zat bij Ferwerda in de Kalverstraat met Breitner en Delang - ze praten erg over de cholera; 't is in Hamburg zoo erg en Delang wil er naar toe. Hij vindt 't hier zoo saai en beweert dat Amsterdam geen stad is voor groote calamiteiten. - Iedereen gelooft dat 't hier zal ophouden met 'n paar gevallen en er geen gevaar is voor epidemie - 'k mag 't lijden. Maar, vraagt Delang, vin je 't dan niet heerlijk om geëmouveerd te worden? Nee, zeg ik - 'k heb emoties genoeg van heel anderen aard. - Ik houd er meer van hier rustig op m'n atelier te werken - heel rustig en stil - en van avond ga 'k waarschijnlijk 's in de stad kijken naar 't Koninginnefeest. - Chap is van middag 'n uurtje bij me geweest - hij wou absoluut m'n medewerking hebben voor z'n weekblad. - Hij had ook nog 'n ander plan: om
[1:3]
uit te geven bij van Looy 'n bundeltje verzamelden werkjes - waarin zou verschijnen o.a. 't hengelaartje van Jacobus - dingen van Delang, Erens, enz. en waarin hij ook wou hebben de critiek over Millet van mij uit de N.G. - Daar brengt de juffr. weer 'n brief van Beb, boven, dat 's heerlijk. Even lezen. - O mijn lieve Beb wat zeg je nou? Niets gehoord van Pim? En Pim schrijft elken dag - 'k heb nog geen dag overgeslagen behalve misschien Zondag - maar 'k schrijf op ongeregelde tijden en dan krijg je er misschien soms twee op eén dag? Pim is aldóor met z'n Bebpy. We moeten nog 's samen gaan wandelen mijn Beb, en dan moet Beb d'r jongen overal brengen waar ze alleen is geweest. Ik kom denk 'k, Maandag of Dinsdag - eerder kan 'k niet met 't werk - 'k moet 't wel zoo'n beetje inrichten vooruit want als we dan weer terug zijn moet 'k gaan werken voor van Gogh. Ik kom dus met de staats, over Utrecht, 's Bosch-Boxtel met 'n ochtend trein, 'k schrijf nog wel hoe laat.
[1:4]
De juffr. heeft 'n nieuwe slang meê gebracht en nu loopt 't water heel hard en rustig. - Van François vond 'k 'n briefje toen 'k thuis kwam uit Oisterwijk gedateerd 2 aug. waarin hij schreef tegen half Aug. weer in Amsterdam te komen - tot nog toe is hij er niet. - Aan I. had hij geschreven tegen Sept. - Hij weet 't zelf niet. - Beb, je brief gisteren avond die lange en slordige zooals je zegt vond 'k heerlijk en dezen ook. Ik ben ook wel aldoor bij je mijn lieveling als je zoo schrijft wat je doet. Hier is 't wel anders - zooveel dingen waar Beb nooit bij is - zoo met de kennissen en zoo - maar dat is ook niet zoo belangrijk en prettig. Nu moet 'k de dingen uit 't water halen en te droogen leggen; - dan me aankleeden en gaan eten in de Poort; - daar at 'k gisteren ook met Jaap Batavier. Van Wezel heeft me door Jaap 'n invitatie gegeven om te komen eten. Dat zal 'k 'n beetje uitstellen.
Dag mijn liefste Beb, mijn eigen Beb, mijn heerlijke Bebpy-kindje mijn eigen, mìjn, Pim's vrouwtje. Dag dag
je eigen jongen, jouw
Pim