Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 26 augustus 1892 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 914 |
[1:1]
Mijn eigen kleine lieveling, je zult nog wel niet naar je bedje zijn - 't is half elf en in Oisterwijk nog vroeger - ik kan me niet goed voorstellen wat je doet, - zit je met Marie beneden of ben je op je nieuwe kamertje? Mijn liefste Beb, de reis is goed afgeloopen. Als je voor 't raampje had kunnen zien van buiten of in onze coupé had je Paulte z'n hoofie kunnen zien met dat van Pimmy jouw jongen ernaast. - Paulte met z'n armpje om Pim z'n hals en soms z'n handje strijkende over Pim z'n zwarte hoofie. Hij heeft bijna aldoor zoo bij me gestaan en gezeten - allerlei grappen uithalende en druk converseerende over alles wat we zagen. Kijk Wim, 'n mannete - en
[1:2]
koetjes en sloten met water, enz. Ik ben direkt door gegaan naar Amsterdam. 't Was erg vreemd - vreemder heb 'k 't hier nooit gezien, zelfs als 'k veel veel langer weg was geweest. M'n goed is 'n half uur na mij op m'n atelier gekomen en is op 't oogenblik allemaal al uit gepakt op de studies na. - Ik heb alleen bij Kras gegeten en 's avonds bij Eilers (Wisselingh) gezeten met Breitner - om 'n nieuw schilderijtje van hem en de Carel ende Elegast van Bauer te zien. Ik ben heel vroeg naar huis gegaan en voel erg moe van al die dingen in m'n hoofd en 't ongewone. - Ik schrijf nu alleen even om dat 'k me verbeeld dat Beb zoo zal verlangen naar 'n briefje van haar jongen. Hier is 't mijn Beb
[1:3]
maar 'k ga gauw naar bed - m'n slaap kamer ziet er zoo aanlokkend uit om te gaan rusten en rustig te liggen denken. Daarom ga 'k dezen gauw weg brengen. Bebpy heeft haar briefje met Pim z'n hartelijke lieve groeten aan z'n liefste meisje z'n heerlijke lieve Beb die nu zoo ver van hem is. Bebpy 'k heb aldoor 't gevoel dat 'k 't niet kan uithouden en terug moet. 't Moet je daarom niet verwonderen als Pim je toch kwam halen met 'n retourtje of ineens 's weer voor je stond - b.v. over 'n week of zoo. Morgen ga 'k de fotografiën ontwikkelen. 't Is hier benauwd binnen en buiten veel kouder. Dag mijn lieveling 'k zal je morgen schrijven hoe 't afgeloopen is met 't ontwikkelen. O lieveling je lieve hoofie hier even bij me, - Beb
[1:4]
alles hier spreekt me zoo van je. - Ik heb m'n zwarte pennehoudertje laten liggen - 'k denk op m'n kamer, boven - ergens. Ik kan 't nergens vinden. Dag mijn Beb - slaap maar 's lekkertjes in je nieuwe bedje - hoe heb je 't nu?
Dag.
Je eigen Pim je jongen je
Pimmy
26 aug. Vrijdag avond