Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus Erens aan Willem Witsen
Plaats: onbekend |
Datum: 16? mei 1892 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
1[6[?] Mei '92
Amice, mijn dank voor de moeite die je gehad hebt bij het halen van het portret en de ets. Wat het koffer betreft dat schijnt de meid niet goed te hebben begrepen.
Als ik juist heb gelezen dan studeert ge tegenwoordig Spaansch met Willem. Dat klinkt me zoo vreemd dat ik er in het vervolg nog iets naders over wenschte te weten. Ik heb ook nog in dertijd een Spaansche grammatica aangeschaft en zal ze je gaarne overhandigen als je er lust in hebt. Spaansch! Spaansch!
[1:2]
Ik dacht dat de menschen geen talen meer leerden. Ik zie nu in het vervolg Willem al gichelen bij het lezen van Don Quichotte en hoor Hein grandioos de Verzen van Calderon de la Barca orgelen. Als zeer aan te bevelen over dezen laatsten is het geleerde alhoewel onartistiek werk van Putman.
Ik maakte een wandeling langs de Maas bij Cheratte, Visé etc. 't Was een mooie dag en overal bloeiden de kerseboomen. In een soort van ‘malle bui’ was ik
[1:3]
een steile helling opgeklommen en toen ik half weg was durfde ik wegens de steilte niet verder, ik keek achter me, daar was het diepe Maasdal en terug was gevaarlijker dan naar boven, zoo bleef ik een oogenblik verschrikt hangen; ik ben toen maar langzaam naar boven geklommen en er nog gelukkig goed afgekomen.
Binnen tien of elf dagen denk ik weer naar Amsterdam te gaan en hoop je dan weer op de been te zien: ik hoop maar dat de ontsteking nu voorbij is. Ik geloof
[1:4]
dat het beste is volstrekt niet te bewegen. 't Is wel vervelend maar men gewent er aan.
Ik vond het erg prettig een brief van je te krijgen; ik ben stil en teruggetrokken zooveel als ik kan en loop door de boschen: daarom was het des te plezieriger je nieuws uit Amsterdam, want hier verneem ik weinig van de menschen.
Dag Wim, rappeleer me in de herinnering van Kloos en Hein. Ik hoop dat Willem mijn honorarium in de N. Gids vergadering er door krijgt.
Hartelijke handdruk
van
Trifouillard