Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [1890-1893, zomer 1892?] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 895 |
[1:1]
Mijn lieve kindje, mijn liefste meisje, mijn eigen Beb - 'k wou dat 'k aan je bedje stond en je 's even heerlijk kon kussen maar liefste kleine lieveling van je Pim, straks komt Pimmy zelf in plaats 'n stukje papier met woordjes - en dan gaan we prettig samen zijn en wandelen, - nu lig je in je bedje en zult al wel slapen en ìk ga ook gauw want 'k ga vroeg opstaan morgen om alles te kunnen doen voór 'k in Haarlem kom. Bebpylief, 'k kom om 12.2 - 11.40 hier van daan, dus volgens stadstijd kwart voor eénen bij Beb - maar 'k kan even goed even 'n broodje nemen aan 't station en onder weg op eten, dan hoeft er geen verandering te zijn in 't koffiedrinken - enfin, komt Beb aan den trein? Ik ga nu gauw naar bed - 'k ben nog even bij Versluys geweest waar 'k Hein en Willem achter gelaten
[1:2]
heb, 't is bijna eén uur. Slaap nu maar heel lekker m'n kindje en denk maar aan Vrijdag en den tijd van heerlijk samen zijn daar buiten, nacht mijn eigen Beb, lieveling o 'k kus je zoo zacht in je bedje met je lieve hoofie op 't witte kussen.
Nacht mijn Beb, - 'k ben Pim en jouw eigen lieve jongen die zooveel houdt van z'n heerlijke lieve meisje, van dat Bebpy,
Pim