Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [22 december 1891] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1122 |
[1:1]
Dinsdag ochtend
12 uur
Mijn heele lieve Beb, van middag komt die vervelende kerel bij me en voor dien tijd woú 'k nog aan m'n teekening werken. Ik schrijf maar 'n heel kort briefje mijn lieve Beb maar dat is niet naar, is 't wel. 'k Heb gisteren ook gewerkt en gisteravond bij mijn vader geweest. Donderdag komt hij hier (hij zei 't uit zich zelf dat hij anders nooit doet als 'k niet onwel ben en thuis moet blijven) - ik denk dat hij me 's spreken wil over m'n finantieelen toestand enz., - omdat we daar even
[1:2]
over begonnen zijn (ik kwam n.l. om hem 'n beetje geld te vragen) maar dat gesprek werd gestoord. Daarom lieve Bebpy - kom dan liever Donderdag niet - maar Vrijdag - dan kan 'k je meteen vertellen en morgen wou 'k graag werken aan m'n schilderij. Dus tot Vrijdag mijn lieve Beb, mijn eìgen lieve Bebpy - Beb schrijf Pim toch 's gauw al is 't net zoo weinig - 'k hoor niets van je. Bebpy lief gaan we gauw samen 's schaatsen rijden? - Dan mag 'k wel eerst probeeren of 'k 't nog wel kan. 'k Ben in vier jaren niet op 't ijs geweest. Maar 'k denk dat 't gaat sneeuwen.
[1:3]
Mijn lieveling 't was toch wel heerlijk, Saterdag en Zondag niet waar mijn eigen lieve kindje? Pim's eigen Bebpy - Beb is 't Vrijdag geen Kerstdag? Dat is toch geen beletsel om hier te komen?
Dag mijn lieveling dag mijn Bebpy,
'k ben jouw eigen jongen, van Bebpy, je
Pim