Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [4 juli 1891] |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1142 |
[1:1]
Saterdag middag.
Mijn lieve Beb, 'k zal morgen avond toch maar komen om 6 uur in Haarlem, - 'k ben van daag weer door gegaan aan de teekening en morgen zal die wel afkomen en dan ga 'k Maandag naar Buffa - er is wel eenige kans dat 'k niet kom en als 'k er om 6 uur niet ben moet je maar denken dat 't m'n schuld niet is - maar ik zeg dit maar voor alle zekerheid omdat je 't niet zoudt begrijpen, maar 'k denk wel dat 'k allicht éen gulden zal kunnen leenen van de éen of ander. - Ik heb gisteren avond Martha nog gezelschap gehouden tot half elf en de jongelui hebben op me gewacht in de Union. Martha ging weer opgewekt naar Bussum en Willem was ook in z'n schik dat 'k nog met Martha heb kunnen praten.
[1:2]
Daar komen m'n schilderijen uit Rotterdam terug - gelukkig franco, - ze zeien van 'n heele vracht, de trappen op - toen heb 'k hun groote handen gevuld met sigaren. Gelukkig waren ze heel tevreden - lieve Beb, nu gaan we morgen maar prettig wandelen, in onze duinen Bebpy? - 'k Kreeg van ochtend al weer 'n briefje van Breitner en heb zoo even geantwoord dat 'k er niets aan doen kan, enz.
Lieve Beb, mijn Beb, nu ga 'k maar weer aan 't werk - 'k heb ook nog 'n heele boel andere dingen te doen.
Dag mijn lieveling
je eigen
Pimmy