Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 15 april 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1079 |
[1:1]
Woensdag morgen
15 April 1891
Mijn lieve Beb, wat is het weer grijs en koud; - kwamen de mooie zachte voórjaars dagen nu maar - Beb hoe is het met de hoofdpijn vandaag? - 't Was eigenlijk veel beter voor je om in Amsterdam te zijn, dan kon je den heelen dag rustig hier zitten lezen, - híer op 't atelier dicht bij Pim als hij schildert aan Hein. Lieve Beb 'k heb zoo goed gewerkt gisteren aan Hein's portret - 't is in eens veel verder, - nu vandaag weér, hoop ik - maar hij komt tegenwoordig zoo laàt. Beb 'k zal m'n vader vragen om deze week ook niet te komen, 'k heb 't te druk voor Rotterdam, hij moet maar 's komen als ze àf zijn, de schilderijen -
[1:2]
't komt er nu juist erg op aán en de volgende week is 't de laatste week; 'k weet ook heelemaal natuurlijk niet hoe 't gaan zal met die schilderijen - misschien wel goed maar 't kan wel allemaal mísloopen als de tijd te kort is; - daàrom, lieve Beb - vin je ook maar niet beter om Vrijdag nog niet te gaan wandelen? Als je van plan waart den heelen dag uit te blijven in de duinen - dan kun je ook evengoed Vrijdag hier komen mijn Beb, - o mijn lieve Béb, dóe je dat? - Schrijf me dat nu 's gauw - anders kom ik Vrijdag avond om 6 uur als je dat wilt - maar Beb, Amsterdam is éven ver van Haarlem als Haarlem van Amsterdam, niet?
[1:3]
Nu régent 't: misschien dat 't dan wel gauw zachter wordt? - Gisteren middag om half zes zijn Willem en Hein wég gegaan de stad in, - ze wachtten niet op mij omdat dat zoo lang duurt en er dan zoo weinig tijd overblijft - ík heb daarvan geprofiteerd om eenige dingen àf te doen, o.a. naar 'n smid met de schroef - mijn persje wordt nu straks gehaald, tusschen 11 en 12 - 'k heb 't al klaar gemaakt - en nà den eten tegenover Willem die zat te lezen (Hein les) heb 'k aan Frank geschreven: dien brief zal 'k je laten lezen. Vrijdag als je hier komt. (ja Bebpy?)
Fr. v.E. heeft 'n varium geschreven tegen ds. Hugenholtz met erg veel vloeken;
[1:4]
't lijkt mij zoo iets van 'n erge zoete jongen op school die geprezen wordt door den meester maar zoó openlijk tegenover de kameraden dat hij in eens begrijpt hoe die anderen hem moeten aanzien - en dan erg baldadig wordt, erger dan de ergste. Maar 't is héel heél goed - héel wat beter dan z'n geleerde stukken vol humaniteit! - Schreef hij maar méer zóo; - Ik zal je Vrijdag (kom je Beb?) 's 'n geschiedenis vertellen, die op 't oogenblik nog niet tot 'n conclusie gekomen is, - 'n geschiedenis uit 't leven van Willem Kloos, waarbij Fr. v.E. ook betrokken is - o, 't is bijna 'n grap - maar curieus weêr zooals v.E. zich daarmeê bemoeit - natuurlijk met de beste intenties. - Beb, gisteren avond ben 'k weêr met den laatsten tram naar huis gegaan - 't bevalt me heel goed
[2:5]
al slaap 'k minder - ik heb gisteren 'n portefeuille gezien vol teekeningen van Dijsselhof - planten en croquis bij Carré en in 't theater - heel, heel mooi vooral z'n planten studies. - Ik zal m'n best doen dat Bebpy ze ook te zien krijgt als ze Vrijdag komt (hoe laat mijn Beb? half elf hier?) - Toen 'k thuis kwam gisteren avond vond 'k je brief mijn Beb, - is 't nog wonder dat 'k vroeg naar huis ga?
Dag mijn lieve lieve kindje, dag mijn eigen Beb, - Beb, Pim heeft 't zoó noodig!
Dag lieve Bebpy
je
Pim