Willem Witsen aan Elizabeth van Vloten
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: 7 april 1891 |
Verblijfplaats: UBA, XXX A 46, 1074 |
[1:1]
Dinsdag morgen 7 april 91
1e Parkstr.
Mijn lieve lieve Beb, - 'k had je ook wel graag gisteren avond nog geschreven en was expres meê gaan eten met H. & W. omdat 't daar zoo rustig is - maar toen zijn ze voòr gaan lezen uit een nieuwen bundel van Verlaine: zóo heerlijk mooi mijn Beb - en toen is Kobus gekomen die 't ook weer hooren woû en zoo. - Enfin 'k ben vroeg naar huis gegaan en ben nogal vroeg opgeweest van morgen. - Gisteren ook; en toen, aangekleed en wel heb 'k op Kapteyn zitten wachten, lezende maar vooral wachtende - en eindelijk om half eén kwam er 'n briefkaart
[1:2]
dat hij niet komen kon; - 'k was erg teleurgesteld omdat, wanneer 'k nu eenmaal op iets reken, en aangekleed en gewasschen ben - ik heelemaal niet geschikt ben om in eéns te gaan werken. Zoodat 'k dadelijk uit ben gegaan over den Amstel naar de Jan v.d. Heyden - daàr vond 'k François & Gorter - Hein uit (les) en W. in z'n bed.
Nu komt waarschijnlijk morgen Kapteyn dus komt er van werken niets - maar Donderdag komt Hein en dan ga 'k weer flink aan den gang. Maar Beb, mijn lieve Beb komt vroeger is 't niet? Bebpy komt om half elf of uiterlijk elf.
[1:3]
Hein komt pas om éen, - kom je vroeg mijn Beb? - Beb, gisteren avond vond 'k je brief - zoo heerlijk Beb, zóo heerlijk. Bebpy weet precies wat Pim noodig heeft - want Beb, gisteren morgen, toen 'k zoo zat te wachten, is Isaac boven gekomen om me te vertellen dat hij m'n teekeningen in Arti gezien had. Nu, hij vond ze heel mooi - dat wil zeggen zóo mooi dat hij 't zonder eenige aarzeling zeggen kan; als 't b.v. zóo zou zijn dat hij 't aàrzelend zeggen zou, zou 't werk ook beter zijn dan waar hìj kans toe ziet. Zooals hij zei: Je bent iemand om in éens uit den hoek te schieten met dingen veel beter
[1:4]
dan waar ìk altijd naar zoek; en nu 'k gezien heb dat 'k daar nog niet bang voor hoef te wezen, ben 'k gerust en kan 'k zonder aarzeling zeggen dat 't mooi is. - Curieus, zoo'n eerzucht om de éerste te zijn. - O, hij was heel aardig en we hebben er veel pret over gehad. - Beb, heb je nu je oom G. al van den trein gehaald? Free vertelde gisteren dat hij ook ging. - Bebpy hoe heb je 't nu? - Denk je aan je eigen lieve jongen, je Pim? - Bebpy nu ga 'k werken tot Martha komt - ze komt pas laat, om 2 uur of zoo dus heb 'k nog 'n mooien tijd, - morgen zangles Beb? en overmorgen wat ga je dan doen? - O mijn Beb 'k verlang zóo naar Beppy. - Ja 'k zou wel 's willen weten of Macha 't niet verrassend vond dat briefje van Beb.
Dag mijn lieveling, mijn Beb, dag,
Pim