G.A. Kapteyn-Muysken aan Willem Witsen
Plaats: [Londen] |
Datum: 15 februari 1891 |
Verblijfplaats: KB 79 E 42 |
[1:1]
[briefhoofd The Oaks, Hampstead]
Febr. 15. 91
Amice,
Wat vond ik het erg gezellig van je om mijn jaardag te gedenken, de brieven uit Holland dragen dien dag altijd bijzonder bij tot mijn genoegen.
Wij waren blij eens van je te hooren, want reeds menig Zaturdagavond aan het souper zeiden wij tot elkaar: ‘Hoe of Witsen het wel maken zou?’ Wij waren zoo gewend aan je gezelschap op dien laatsten avond der week, dat het bepaald een leegte geeft nu je zoo nooit meer aan komt bellen op het gewone uurtje.
[1:2]
Het verwondert mij niet, dat je ziek bent geworden, want de laatste maand hier leefde je zooveel op straat en altijd maar in dat gril - koude - gure weêr, dat het je wel op moest breken. Je hadt al eerder eens uit moeten vieren, maar van zelf kwam het daar hier niet toe in die laatste weken; het zal mij nu plezier doen te hooren, dat je geïnstalleerd en naar je zin aan 't werk bent getogen in je nieuw atelier.
Ik ben niet bang of Holland, met al die goede - vriend - artisten en zijn, voor schilders éénige, gegevens, zal je langzamerhand wel weêr erg dierbaar worden en zal je aan Londen gaan denken, wel altijd als iets reuz - achtigs - grootsch en aller - belangwekkends, maar ook als iets anti - gemoedelijks -
[1:3]
en anti - intiems - anti - gezelligs! Denk daarom niet, dat ik op 't oogenblik in een donkere stemming ben, want het tegendeel is waar, en in de meeste opzichten vind ik het hier heerlijk, maar het wonen voor mij in een gezellig huis en gezelligen kring is zoo totaal anders als jou eenzaam kluizenaars - kamer - leven was.
Wij maken het allen best, ons leventje gaat zooals gewoonlijk. - May en Olly zijn wat verkouden en lagen één dag met koorts in bed, ze zijn nu echter zeer jolig en druk en houd ik ze alleen nog maar een paar dagen binnen; kleine Albert is blakend en blozend en groote Albert photografeert met vernieuwden ijver en neemt deze zonnige - voorjaars - zondag - morgen
[1:4]
waar voor zijn liefhebberij.
Wij zagen bij Agnew in Bondstreet 3 groote schilderijen van Burnes-Jones, eene illustratie van de ‘Sleeping Beauty’ heel mooi. Verder hoorden wij hier in Hampstead Mr. & Mrs. Henschel zingen en hopen nu a.st. Vrijdag op een zelfde soort concert, Joachim te genieten; ik heb erg behoefte aan mooie muziek en ben blij, als die grootheden zich in Hampstead laten hooren; dan is het zooveel gemakkelijker er heen te gaan.
De N. Gids vond ik hoogst interessant, v. Deyssel prachtig in zijne bewondering over Gorter en v. Eeden; en volgens mijn gevoelen ook juist in die waardeering. Zijn vorige stuk over Socialisme blijf ik echter afkeuren, hij had er in denzelfden geest en toch beter over kunnen schrijven, er zijn andere redenen dan hij aangeeft
[2:5]
[briefhoofd The Oaks, Hampstead]
die een mensch kunnen leiden tot het Individualisme, in tegenstelling van het Socialisme. Het antwoord van v.d. Goes is mij veel sympathieker, maar met geen van beiden ben ik het volkomen eens.
Ik las onlangs in Fortnightly Revieuw van Februari een stuk in dat genre van Oscar Wilde genaamd ‘The Soul of man under Socialisme’ - dat heeft mijn zeer getroffen en kwam zeer nabij aan al mijne veelvoudige, soms tegenstrijdige gewaarwordingen over die kwestie; raadt v.d Goes eens aan het te lezen, hij zal er mij dunkt, ook wel wat
[2:6]
goeds uit halen. Oscar Wilde zegt: door het Socialisme naar het Individualisme - dus niet Socialisme als einddoel om zichzelf, maar juist om daardoor ook te komen tot een hoogere - vollere, meer volmaakte ontwikkeling van ieder mensch - als mensch voor zich zelf - enfin het zou te lang duren, als ik er verder op in - ging en als je het interesseert kun je het altijd lezen. -
Ik ben benieuwd wat Verwey nu zal doen volgen, op dit wel kleine, maar toch mooie begin. -
Ik deed op mijn jaardag 's morgens een heerlijke wandeling op de heath - het was volmaakt weêr - bepaald een zeldzaam genot, - de lucht al even - voorjaarsachtig, en zoo delicieus welriekend al het nog dorre, maar toch al opzwellende hout, zoo ontdooiend in het eerste -
[2:7]
warmere zonlicht - hier treft het contrast van winter en voorjaar sterker dan ergens anders omdat men eigenlijk in Nov. en Dec. als in een onderwereld leeft. - Die wandeling stemde mij weldadig. - Ik ga er aanstonds ook op uit, want het is nog steeds prachtig weêr en ik zal zien de photograaf meê te troonen.
Albert verzocht mij je zeggen, dat hij in Holland komt tusschen 1 en 4 April en je dan zeker komt opzoeken.
Mijne zuster komt nu waarschijnlijk met Paaschen en hoop ik dan het zóó treft, dat zij mij gezelschap kan houden, als Albert naar Rusland trekt.
Dag Witsen, hartelijk gegroet
van
Truus K.
Schrijf nog eens.
[2:8]
P.S. Ik hoorde gezellig 2 maal van Betsy; je moet haar maar wat trouw opzoeken, want ik geloof niet, dat zij het thuis altijd zoo heel prettig vindt; ik vond haar heel lief en sympatisch.
Adio!