George Hendrik Breitner aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam?] |
Datum: [juni 1891?] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amice,
Doe me het genoegen als ge kunt me de geleende 10 gld. pr. om gaande toe zenden. Ik vind het onaangenaam er om te vragen maar ik zit er erg om verlegen.
Etha heeft me een erg onbeschofte brief geschreven, waarin ze beweert dat ik haar met een 3e rangs schilderij heb afgescheept. Van de joden moet je maar hebben.
Na groeten
t.t.
GHBreitner.