Jacobus van Looy aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam] |
Datum: [6 oktober 1890] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Wim, ik hoor van Dr. Berns niets - en ik zit er op te wachten. Ik wou een beetje gaan wandelen, de tijd verloopt, het nog mooie wéér ook en mijn genomen vakantie. Als ik morgen ochtend geen brief vind, moet ik weg gaan, alles heb ik er voor ingericht - lessen, enz.
Wat dunkt je, ik blijf misschien 14 dagen weg - en de brief zou kunnen blijven liggen, als je hem eens schreef, of dat ik een boodschap achterlaat, bij Stark, die die brieven, als ze komen voor mij ontvangt, en er dan jouwe uitpikt en naar Bussum stuurt. Zoo zal ik maar doen. Zijn brieven zijn altijd gestempeld als ik wel heb.
Groet M. van me
Je
JacvLooy