Jacobus van Looy aan Willem Witsen
Plaats: Nieuwer Amstel |
Datum: [8 maart 1889] |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Nieuwer Amstel.
Beste Wim,
Neen, ik besabel je niet, maar de boel besabelt mij, je doet toch net of je er niks van begrijpen wil, ik kan toch maar niet gaan zoo, ik die heel gauw niet eens de overtocht meêr zal kunnen betalen. Jij hebt goed praten maar wees raisonable, ik denk heel veel aan je, en Londen zit in mijn hoofd als een bout, dus zal ik het wel te zien krijgen ook. Ik kreeg van daag een uitnoodiging om in het Kristalpaleis te exposeren - natuurlijk een smeerlapperige geschiedenis, of is het een geschikte gelegenheid, maar ik heb toch geen een lijst, en schilderijen maakt je maar zoo niet - ik heb vandaag naar Parijs gezonden of liever naar den Haag eerst. Als ze 't aannemen, er is niet veel ruimte hoor ik.
Je goeie meening over mijn etsje heeft me weêr erg veel plezier gedaan - 't is de eenige maal dat ik er iets van hoor - ik geloof dat ze er in Amsterdam om lachen. - Nu heb ik er toch nogal mee op, en ik zou je alleen willen opzoeken, om je wat af te neuzen, hoe je al die mooie dingen in dat onwillige koper, borduurt, neen vreet, ik begrijp 't niet, ik heb 't gemaakt met oude tandenstokers tot bruineerijzers en drooge naalden verwerkt van vader Stark, die heel gewillig is om me te helpen, 't plaatje is ook van hem, maar 't is je wat, telkenmale met bijten werd het lichter als ik donker hebben wou.
Nu spoedig wat meer, en geloof me,
Je vriend
Kobus
Ik sprak Allebé van middag over je brief. Hij had er niets in gevonden maar weet niets terug te zeggen. 't Is een rare stoethaspel.
Hoe gaat het met Bibeltje. In Mei komt de High-Life in Londen zegt Hein, dat is beroemd om zijn mooiheid???