Albert Verwey aan Willem Witsen
Plaats: [Amsterdam?] |
Datum: 29 oktober 1888 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
29 Oct '88
Beste Wim,
Je moet maar niet boos worden hoor, om dat in-schrift. Het is het beste soevenir dat ik heb van een oogenblik, waarin jouw ernst en de mijne face à face stonden - al waren het min of meer gezichten met voiles voor. Het heele boek is trouwens een soevenir van die dagen. De eerste helft is den dag voor en den dag van je diner geschreven, de tweede de twee volgende dagen. Maar alles moet achter mekaar worden gelezen. 't Is een boek, geen bundel: zoo als de verzen elkaar op volgen heb ik ze bijna heelemaal geschreven.
[1:2]
In den handel komt een editie zonder 't opdracht-sonnet.
Willems Exemplaar zul je hem wel geven, niewaar? Ook de bundel van juffr Swarth.
Ja, bij 't inpakken zie ik dat ik 1o geen papier genoeg heb en 2o dat het heele pak wel te groot zal zijn voor postpakket. Ik stuur dus vandaag alleen de twee Exemplaren.
Om allerlei redenen heb ik die verzen niet voor de N.G. bewaard. Ik heb er voor de N.G. trouwens nog genoeg over, die ik na deze geschreven heb.
Adé
Albert.