Willem Witsen aan Jan Piet Veth
Plaats: Ewijkshoeve |
Datum: 16 mei 1888 |
Verblijfplaats: RPK, autografencoll. Jan Veth, inv.nr. Br. 35; [1:1] en [1:2] op microfiche nr. 105/103 |
[1:1]
Ew. 16 Mei '88.
Ja, die vier kunnen er nog wel bij, Jan Piet, tenminste 'k heb er niets op tegen.
Wat je van Mesdag schrijft daar weet 'k niets van; maar 't zal wel zoo zijn; hoe 't zij, 'k vind 't bepaald onverstandig dien man tot vijand te maken. Eerstens om dat we werkelijk verplichting hebben, en ten tweeden omdat we hem 't volgend jaar noodig kunnen hebben; wat hadden we verleden jaar moeten doen zonder hem?
Je weet genoeg dat 'k ook niet van hem houd maar 'k vind 't noodig. - Met Mouton bedoelde 'k aanplakbilletten en prospectussen of circulaires om leden te werven. - Ik kan me
[1:2]
begrijpen dat je verlangt rustig in Bussum te zitten; 't is 'n ideaal. Ik laat 't heelemaal aan je over hoe je doen wilt, maar bedenk 't goed. Waarom noem je mij erg denkend!?
Ik hoop je de volgende week te zien, 't zij bij mij als je wilt, 't zij in Amsterdam.
Tot ziens, 'n hand,
Willem.
Als je meisje in Dordt is, doe haar dan m'n vriendelijke groeten.