Willem Witsen aan Jacobus van Looy
| Plaats: Ewijkshoeve |
| Datum: 14 september 1885 |
| Verblijfplaats: Frans Halsmuseum Haarlem, Van Looyarchief, inv.nr. 1231 |
[1:1]
Ewijkshoeve 14 Sept. '85.
Ik ontving van daag je briefkaart, Looy en ga je nog even 'n briefje terug zenden omdat 'k 'n heimelijk gevoel heb dat de brief die 'k je 'n paar dagen geleden zond al heel vervelend moet zijn. Ik bemoeide me daarin met zaken die, hoe ze me ook interesseeren, me eigenlijk niet aangaan. Ook begrijp ik dat je er niet veel notitie van zult nemen zoolang mijn opinie in strijd is met die van zóoveel knappen en geleerde menschen. Erg graag zou 'k met je willen praten of je eens komen opzoeken in Florence. O ik zou voor 't oogenblik er zoo graag eens uitvliegen. Ik werk hard voor Arti en dat wil maar niet en 't zal ook wel niet klaar komen; ik ben dagelijksch heel moe en zie 't heelemaal niet meer en
[1:2]
kan maar niet begrijpen waarom ik iets zoo heelemaal niet maken kan wat 'k toch zoo heerlijk mooi vind in de natuur. Op nieuw frisch beginnen is 't te laat voor. Waarom moeten wij toch zoo veel meer tobben dan anderen? Veth werkt dagelijks op Hees en is zeer enthousiast over z'n model; hij werkt nu voor z'n plezier zooals ik ook wel eens in Laren ga doen, wat 'n genot! Er is geen grooter plaag dan voor 'n tentoonstelling te moeten werken. - En wanneer 't werk niet met opgewektheid gaat is 't heelemaal mis. Geen zwaarmoedigheid of weltschmerzlichkeit; dat kunnen wij niet gebruiken. Och God dat kun je wel zien aan dien armen Piet Meiners. De jongen is nog net 't zelfde, niets verder gekomen, geen warmte voor iets - altijd even droomerig & lam.
[1:3]
Ik heb hem niet meer gezien maar Tholen heeft hem opgezocht in Doesborgh waar ie tegenwoordig woont. De inteekening op de Nieuwe Gids is geopend en de prospectussen rondgezonden. Jammer misschien dat v.d. Goes haar 'n beetje schetterachtig heeft ingeleid. 't Is te wenschen dat ze 'n plaatsje gunnen zullen aan wat betere kunst critiek, je weet waarschijnlijk dat ze Zilcken daarvoor hebben. Nu die kan 't wel en hij begrijpt ook wel wat eigenlijk van hem verwacht wordt als medewerker aan 't orgaan van het jonge Holland, 'n betere was bezwaarlijk te vinden want hij is overtuigd naturalist, knap artist (misschien vooral als etser) en schrijft goed; 'n man die 't beter begrijpt dan de meesten. - Door de etsclub hebben we kennis gemaakt
[1:4]
met wat haagsche jongelui, heel veel was 't geloof 'k niet. - 'k Ben wel benieuwd welk figuur de club op Arti maken zal; ik ben wel 'n beetje bang dat 't heel magertjes zijn zal. En nu hoop ik op 'n prettigen langen brief uit Florence. Is 't waar wat Verhulst me vertelde, dat van Michel Angelo bijna alles vernield is en dat van z'n meeste werken alleen maar afgietsels of ontwerpen over zijn? De Mozes schijnt zelfs niet gaaf te zijn. Toch meende 'k dat de David en de 4 figuren bij de grafmonumenten van de Medici ook in marmer bestonden; schrijf me daar eens wat van en je indrukken. 't In boeken te zoeken komt men niet toe en dat is ook zoo anders. Schrijf me ook eens hoe of je 't op Capri vond en of je nog in Pompeï geweest bent. Heb je misschien in de courant gezien dat Tolstoï waanzinnig is? Z'n Anna Karénine is heerlijk mooi.
Tot later. Den 12en heb 'k aan je gedacht en je 'n stevige hand gegeven in gedachten.
Je vriend
Wim W.
Auteursrechtvrij