Jacobus van Looy aan Willem Witsen
Plaats: Florence |
Datum: 12 september 1885 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Florence. 12 Sept. 1885.
Beste Wim,
Hoe gaat het met je, en neem me niet euvel, dat ik zoo weinig van me hooren laat.. ach de wil is wel goed - maar ik schrijf zooveel, en wat het ergste is, ontvang geen brieven terug.
Van Veth hoor ik ook al lang niets meer, en een briefkaart die ik naar zijn ouden lui's adres afzond - in de hoop zijn adres te weten te komen - laat me even wijs. Wees jij nu eens guller - en schrijf me, al is het met een briefkaart hoe de vork in de steel zit.
Dan schrijf ik je, maar ik heb nog zooveel brieven voor de borst, iets over Florence - dat de moeite waard is.
Zeker, heb jelui nu veel gasten, en hoe mooi het hier ook is, ik vind nergens hier een stuk gras, zacht vet gras, dat niet breekt, maar meebuigt om in te gaan leggen zooals we dat deden - il y-a.... Maar uitstellen is geen afstellen. Hoe is het met Peter afgeloopen. Je zult toch wel, een klein premietje verdienen, hoop ik - schrijf het eens. Er zijn hier verschrikkelijk veel blinden die me altijd aan m'n vader herinneren.
Vele groeten.
Je vriend
Jac v Looy.
Ook van Allebé hoor ik allang niets meer.
Morgen avond schrijf ik Wilson - en dan jou - als het niet te laat word.