[1878]
Willem Witsen aan J.F. van Hanswijk Pennink
Plaats: Amsterdam |
Datum: 18 juni 1878 |
Verblijfplaats: KB 75 C 51 |
[1:1]
Amsterdam 18 Juni 78.
Waarde Pennink! Gisteren middag kreeg ik je brief met dien van je papa; veel tijd heb ik niet om terug te schrijven; 't is nu ‘werken’ en anders niet. We hebben nog al veel gesproken, vond je 't vervelend? Ik kan er niets aan doen, zoo ben ik nu een maal, wil je je overtuigen van 't leven hier, kom dan maar bij me logeeren, papa vroeg 't me gisteren nog. Zou je willen? Dan kunnen we 't leven van de jongelui eens van verre zien, zoo dicht echter dat je er genoeg van krijgen zult.
Ik schrijf erg gehaast, neem me slechte schrift dus niet kwalijk. Ik heb nog 16 zijdjes geschreven buiten dezen van avond.
[1:2]
't Zou zoo kwaad niet voor je zijn, 't eens te komen beproeven, met mij.
Je papa vind 't bepaald goed,
doe hem s.v.p. mijn hartelijkste complimenten en geloof me steeds
je je toegenegen
WAWitsen.
P.S. Een volgend keer zal ik 't wat langer maken, antwoord me eerst.